Grammatica Blok 3, 4 en 5

Grammatica Blok 3, 4 en 5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatica Blok 3, 4 en 5

Slide 1 - Slide

Onderwerp, pv en werkwoordelijk gezegde

Slide 2 - Slide

Onderwerp
- wie/wat + pv = onderwerp
- Kan je vinden door: de getalproef

Slide 3 - Slide

persoonsvorm
- handeling die wordt uitgevoerd door onderwerp
- Kan je vinden door: tijdproef en getalproef
- Bepaalt uit hoeveel delen de basiszin bestaat

Slide 4 - Slide

Uit hoeveel delen bestaat een basiszin met de persoonsvorm 'lopen'?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Uit hoeveel delen bestaat de basiszin met de persoonsvorm 'bewaren'?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quiz

Uit hoeveel delen bestaat de basiszin met de persoonsvorm 'geven'?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 7 - Quiz

Werkwoordelijk gezegde
- Alle werkwoorden in een zin

Slide 8 - Slide

Lijdend voorwerp
- Is nodig om de handeling uit te voeren
- voert de handeling zelf niet uit 
- Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp

Slide 9 - Slide

Benoem het lijdend voorwerp:
De winkelier heeft de klant het artikel gegeven.

Slide 10 - Open question

Benoem het lijdend voorwerp:
De jarige bood de gasten een lekker stukje taart aan.

Slide 11 - Open question

Meewerkend voorwerp
- persoonsvorm vraagt om iets/iemand die iets ontvangt
- Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp

Voorbeeld: Aan wie + bood aan + de jarige + een lekker stukje taart? = de gasten

Slide 12 - Slide

Benoem het meewerkend voorwerp:
De leerlingen zullen woensdag aan de omwonenden een uitnodiging geven.

Slide 13 - Open question

Bijwoordelijke bepaling
- Vertellen iets over de handeling
- Geven aan waar/wanneer/waarom/etc. 
- Begint vaak met een voorzetsel 
- Geven dus antwoord op de 'overige w-vragen'. 
- Ook zinsdelen die je gemakkelijk weg kunt laten

Slide 14 - Slide

Tekens bij zinsontleding
- Persoonsvorm
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling

Slide 15 - Slide

Maken: stencil zinsontleding

Slide 16 - Slide