7.4. Kolonialisme en slavernij

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Regenten en Vorsten

7.4 Kolonialisme en slavernij

Wat is kenmerkend voor de Verlichting

1. Terugkeer naar gedachtegoed Oudheid
2. Wereld ontdekken met proefjes
3. Nadenken over functioneren samenleving

Tot welke stand hoorden de graven?

1. Eerste
2. Tweede
3. derde

Tot welke stand hoorde een bisschop?

1. Eerste
2. Tweede
3. derde

Naam voor het Frankrijk van voor de Franse Revolutie

Naam voor de rijke derde stand

Welke Revolutie is een inspiratie voor de Franse?

1. Amerikaanse
2. Bataafse

Welke stand stopt met de Standenvergadering?

1. Eerste
2. Tweede
3. derde

Welke gebeurtenis is de start voor de Franse Revolutie? (4 woorden)

Hoe wordt de radicale periode van de Franse Revolutie genoemd?

Welke man stond aan het hoofd van de Terreur?

1. Lodewijk XVI
2. Robespierre
3. Rousseau
4. Thorbecke

Wie maakt een einde aan de Franse Revolutie?

Wat is de naam voor de Franse Revolutie in de Nederlanden?

7.4 Kolonialisme en slavernij

• Amerikaanse inheemse inwoners stierven massaal in slavernij -> Afrikanen naar plantages. Opkomst trans-Atlantische slavenhandel (driehoekshandel).
• Voortbouwend op bestaande cultuur, maar volledig uitgebuit voor Europees gewin.

https://schooltv.nl/video-item/histoclips-slavernij

• Grootste deel slaafgemaakten van WIC ging naar Suriname. 
• Veel meer NLse slavernij met VOC. Daar nu vol op onderzoek naar. Seksslaven, maar ook arbeiders.
• Ook veel verzet tegen slavernij, door slaafgemaakten zelf: marrons (Suriname).

• Europees verzet tegen slavernij = abolitionisme. Geïnspireerd op christelijke moraal & verlichting. 
• Nederland een van de laatste met afschaffing (1863). 'Uiteraard' wel compensatie voor verlies, 'contracten' slaafgemaakten. 
• Start contractarbeiders uit India & Java

Nu

• Maken bronnenopdracht Franse Revolutie Classroom

Na deze les:

• Ken je de volgende begrippen: abolitionisme, transatlantische slavenhandel, driehoekshandel, marrons.
• Ken je de volgende personen: x
• Kun je het volgende kenmerkende aspect toepassen: - uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.