6.3 Wet van behoud van energie

Les vandaag
- Uitleg 6.3
- Opdrachtjes maken.

Leerdoelen:
- Werken met het energie-stroomdiagram
- Rekenen met wet van behoud van energie

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les vandaag
- Uitleg 6.3
- Opdrachtjes maken.

Leerdoelen:
- Werken met het energie-stroomdiagram
- Rekenen met wet van behoud van energie

Slide 1 - Slide

Wet van behoud van energie


  • Energie kan niet verdwijnen.
  • Energie kan wel worden omgezet.

Slide 2 - Slide

Welke energieomzetting is er?
Welke energieomzetting zorgt voor voortstuwing?

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Beweging of Kinetische Energie

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Formules 6.3
- Wet van behoud van energie
- Arbeid en energie
- Zwaarte-energie, kinetische energie, warmte, arbeid



                                                                                                                       

Slide 8 - Slide

1. Rekenen met behoud van energie
Vanaf 5,6 m boven de grond wordt een steen (m = 80 g) vanuit een punt A verticaal omhoog gegooid met een snelheid van 11,0 m/s. In het hoogste punt C valt de bal weer naar beneden. Punt B is het punt waar de bal de grond raakt. We gaan ervan uit dat we in eerste instantie geen wrijving hebben.
- Maak een schets van de situatie met daarin duidelijk de punten A, B en C.
-Bereken de maximale hoogte van de bal boven de grond.
- Bereken de snelheid waarmee de bal de grond raakt.


Slide 9 - Slide

Deze les  6.3
- Afronden 6.3
- 2 opdrachtjes --> Exit ticket 
- HW controle!

Slide 10 - Slide

Q = Eeind - Ebegin
Q = W = F *s
Schets

Slide 11 - Slide

De steen blijkt even later in B op de grond terecht te komen met een snelheid van 14,7 m/s. De luchtwrijving kan in deze situatie niet worden verwaarloosd. De totale energie is hetzelfde als bij de voorgaande vraag.
Etot = 9,2 J.

- Bereken hoeveel energie "verloren" gaat in de vorm van warmte.
Een voorwerp (m = 1,2 kg) valt van 10 meter hoogte (punt A) naar beneden. De snelheid waarmee het voorwerp de grond raakt (punt B) is 12,2 m/s.
a. Maak een schets met daarin de gegevens
b. Bereken hoeveel energie er verloren gaat.
c. Bereken de gemiddelde wrijvingskracht die op het voorwerp werkt. 

Slide 12 - Slide

3. Rekenen met behoud van energie
Een voorwerp (m = 1,2 kg) valt van 10 meter hoogte (punt A) naar beneden.  De snelheid waarmee het voorwerp de grond raakt (punt B) is 12,2 m/s. 
a. Maak een schets met daarin de gegevens
b. Bereken hoeveel energie er verloren gaat.
c. Bereken de gemiddelde wrijvingskracht die op het voorwerp werkt. 

Slide 13 - Slide

Wat verandert er bij de Wet van behoud van energie?
A
Niks
B
De hoeveelheid energie
C
De soort energie

Slide 14 - Quiz