Bloedsomloop - afweer

Afweer 
Thema 3 bloedsomloop
Basisstof 5
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Afweer 
Thema 3 bloedsomloop
Basisstof 5

Slide 1 - Slide

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de nier.
Nierschors
Urineleider
Nierslagader
Nierbekken
Nierader
Niermerg

Slide 2 - Drag question

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 3 - Quiz

Afweer

Slide 4 - Mind map

Leerdoelen
  1. Na deze les kun je uitleggen hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
  2. Na deze les kun je omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
  3. Na deze les kun je omschrijven hoe vaccineren werkt.
  4. Na deze les heb je een eigen mening over vaccineren en kun je deze onderbouwen.

Slide 5 - Slide

lichaamsvreemd
Lichaamsvreemde stoffen = alle stoffen die niet in je lichaam thuis horen.
Denk aan: speeksel van een ander, gif, bacteriën, virussen, bloed van een ander.

Slide 6 - Slide

barrières 
Vreemde stoffen worden op 3 manieren tegen gehouden:
  1. Door de huid
  2. Door slijmvliezen in de luchtwegen 
  3. Door zoutzuur  in maagsap van de maag

Slide 7 - Slide

Welk van de onderstaande opties ziet ons lichaam als lichaamsvreemd?
A
Virussen en Bacteriën
B
Virussen en vreemd DNA
C
Virussen, bacteriën en vreemd DNA
D
Alleen virussen

Slide 8 - Quiz

Infectie
Infectie = ziekteverwekkers die toch het lichaam zijn binnengekomen en zich gaan vermenigvuldigen.

Slide 9 - Slide

Bij een infectie ontstaan er vaak ziekteverschijnselen (=symptomen). Wat voor ziekteverschijnselen ontstaan er bij een infectie?
A
Alleen roodheid
B
Roodheid, koorts, zwelling en pijn
C
Roodheid, zwelling en pijn
D
alleen zwelling en pijn

Slide 10 - Quiz

antistoffen
Antistoffen = product van een witte bloedcel, die de ziekteverwekker onschadelijk maakt.
Door de antistoffen kan de ziekteverwekker je niet meer ziek maken. 
Voor verschillende ziekteverwekkers zijn verschillende antistoffen nodig. 
Je lichaam moet dus veel verschillende antistoffen kunnen maken. Je bloed vervoert de antistoffen door het lichaam.

Slide 11 - Slide

Wat is de beste omschrijving voor het begrip ''immuun'' ?
A
Niet ziek worden
B
vatbaar zijn voor infectieziekte
C
Niet meer vatbaar zijn voor een bepaalde infectieziekte

Slide 12 - Quiz

Immuun
Witte bloedcellen 'onthouden' de ziekteverwekker.
Gevolg -> Kunnen snel nieuwe antistoffen maken 

Natuurlijke immuniteit: immuun worden nadat je ziek bent geweest (waterpokken)
Kunstmatige immuniteit: immuun worden nadat je een vaccinatie hebt gehad voor een bepaalde ziekte

Slide 13 - Slide

Rijksvaccinatieprogramma

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Allergie
Allergie = overgevoeligheid voor bepaalde stoffen.
Zoals: pinda's, huisstof, dierenharen, stuifmeel, wespensteken.

Slide 16 - Slide

Allergische reactie
Allergische reactie = reactie van het afweersysteem op de stof waar je overgevoelig voor bent.
Daardoor krijg je bijvoorbeeld een rode plek, huiduitslag, een branderig gevoel, jeuk of ontstekingen.

Slide 17 - Slide

Allergie
Immuun
Antistoffen
Infectie
Ziekteverwekker
Virus, bacterie of schimmel
vatbaar tegen infectieziekten
Ziekteverwekkers die binnen het lichaam zijn en gaan vermenigvuldigen
Overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
maakt ziekteverwekker onschadelijk

Slide 18 - Drag question

Aan de slag
maken basisstof 5, blz. 192 - 195.
Klaar? Maak test jezelf 

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
  1. Na deze les kun je uitleggen hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
  2. Na deze les kun je omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
  3. Na deze les kun je omschrijven hoe vaccineren werkt.
  4. Na deze les heb je een eigen mening over vaccineren en kun je deze onderbouwen.

Slide 20 - Slide

Vooruitblik
  • bloeddruk
  • slagaderverkalking 
  • hartinfarct
  • stress
  • gezonde leefstijl

Slide 21 - Slide

4

Slide 22 - Video

01:08
Welke ziekteverwekker veroorzaakt meningokokken ziekte?
A
Bacterie
B
Virus
C
Schimmel

Slide 23 - Quiz

02:56
Hoe kun je meningokokkenziekte oplopen?

Slide 24 - Open question

10:06
Hoe kun je jezelf beschermen tegen meningokokkenziekte?

Slide 25 - Open question

12:15
Hoe denk jij over het meningokokkenvaccin?

Slide 26 - Open question