TaalCompleet A2 5.8

TaalCompleet A2 5.8
Een toets maken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

TaalCompleet A2 5.8
Een toets maken

Slide 1 - Slide

80. bespreek samen
1. Maak jij graag een toets? Waarom wel of waarom niet?
2. Vind jij het belangrijk om toetsen goed voor te bereiden? Waarom wel of waarom niet?

Slide 2 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opdrachten 81, 82 en 83 zelfstandig. 
Je moet naar de tekst luisteren. 
Klaar? 5.8 online maken


timer
10:00

Slide 3 - Slide

85.1 Ik heb geen tijd. Ik heb ...
A
af
B
extra
C
haast

Slide 4 - Quiz

85.2 Het werk is nog niet klaar. Ik ga het morgen...
A
afmaken
B
hopen
C
bedoeling

Slide 5 - Quiz

85.3 John moet ... stage lopen. Hij is om 17.00 uur klaar.
A
nakijken
B
vanmiddag
C
omhoog

Slide 6 - Quiz

85.4 Ik begrijp niet wat ik moet doen. Wat is ...?
A
een paar
B
het geluid
C
de bedoeling

Slide 7 - Quiz

85.5 '... het?' Nee, wil je me helpen?
A
hoopt
B
lukt
C
haast

Slide 8 - Quiz

85.6 Ik ... dat ik slaag voor het examen!
A
hoop
B
kijk na
C
luk

Slide 9 - Quiz

85.7 Aan het einde van elk thema krijg je een ...
A
geluid
B
paar
C
toets

Slide 10 - Quiz

85.8 Mijn schoenen zijn nat. Maar ik heb gelukkig nog een ... schoenen.
A
paar
B
extra
C
af

Slide 11 - Quiz

86.1 Nakijken
A
controleren
B
verzorgen
C
oplossen

Slide 12 - Quiz

86.2 het geluid
A
wat je ziet
B
wat je hoort
C
wat je proeft

Slide 13 - Quiz

86.3 het totaal
A
alles
B
een deel
C
niks

Slide 14 - Quiz

86.4 extra
A
minder dan normaal
B
net zo veel als normaal
C
meer dan normaal

Slide 15 - Quiz

86.5 af
A
klaar
B
bijna
C
juist

Slide 16 - Quiz

86.6 omhoog
A
naar boven
B
naar beneden
C
naar rechts

Slide 17 - Quiz

88. Hoeveel woorden heeft de zin?
Luister naar de computer. 
Zet een cirkel om het getal hoeveel woorden de zin heeft. 
Schrijf de zin ook op in je boek.

Slide 18 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 89 zelfstandig.  
Klaar? 5.8 online maken


timer
3:00

Slide 19 - Slide

90. Praat samen
Maak zinnen met de woorden:
1. Vanmiddag
2. Extra
3. Haast hebben
4. De toets
5. Een paar
6. Nakijken

Slide 20 - Slide