De liberalen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

De liberalen

- [K] Ik weet wat liberalen willen.

- [K] Ik weet wie Johan Rudolf Thorbecke is.

- Ik heb geoefend in de vaardigheid: verandering en continuïteit. 

Functie Willem-Alexander?

Koning Willem I 

1815- 1840

- Staatshoofd (persoon met het hoogste gezag in de staat) én regeringsleider.

- Regeerde wel met een parlement, maar besloot veel zelf. Parlement had weinig rechten.

- Koning koopman: Kwam met veel projecten om de industrialisatie op gang te brengen.

Koning Willem II

1840 - 1849

- Gaat ook door als staatshoofd en regeringsleider.

- In 1848 zijn er opstanden in Parijs tegen de koning daar. Willem II is bezorgd en vraagt de liberaal Thorbecke een nieuwe grondwet te schrijven.

- In deze nieuwe grondwet wordt onder andere de macht van de koning beperkt.

Liberalen

iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid (liberty)

-individuele vrijheid (de mens moet de vrijheid hebben om zichzelf te ontwikkelen).

- vrijheid van meningsuiting.

- vrijheid van pers

Volgens liberalen moet de overheid:

1. Veel invloed hebben op de bevolking.
2. De bevolking ruimte geven.
3. De bevolking alleen beschermen.
4. De bevolking veel wetten opleggen.

Opdracht grondwet 1848

Wat? Onderzoek met behulp van paragraaf 5.2 wat nu de veranderingen waren in 1848.

Wat? Maak een tabel met de situatie VOOR 1848 en NA 1848. Geef daarin de veranderingen aan.

Wie? Samenwerken, maar ieder schrijft het in het schrift op.

Tijd? 15 minuten.

Klaar? Maak werkboekopdrachten 1 tot en met 4.

De liberalen

- [K] Ik weet wat liberalen willen.

- [K] Ik weet wie Johan Rudolf Thorbecke is.

- Ik heb geoefend in de vaardigheid: verandering en continuïteit. 

[K] Noem 1 verandering in 1848.
[K] Noem 1 voorbeeld van continuïteit na 1848.

De liberalen

- [K] Ik weet wat liberalen willen.

- [K] Ik weet wie Johan Rudolf Thorbecke is.

- Ik heb geoefend in de vaardigheid: verandering en continuïteit.