5. Geluidsoverlast

5. Geluidsoverlast
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Pak je boek en pen op tafel, iPad in de LessonUp.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5. Geluidsoverlast
Ga rustig zitten op je plek.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
Pak je boek en pen op tafel, iPad in de LessonUp.

Slide 1 - Slide

Wat doe je als jij overlast hebt van geluid van iemand anders?
A
Oordoppen in doen
B
Politie bellen
C
Ruzie maken met de ander
D
Ik bén de geluidsoverlast

Slide 2 - Quiz

Dit gaan we leren:
Je kan benoemen vanaf welke geluidssterkte er gehoorschade kan ontstaan.

Je kan ten minste drie voorbeelden noemen van maatregelen tegen geluidsoverlast.

Je kan uitleggen wat het verschil is tussen geluid absorberen en weerkaatsen.

Slide 3 - Slide

Geluidssterkte = hoe hard is een geluid. We meten het in decibel.

Heel hard geluid maakt dat onderdelen van je oor té hard trillen en daardoor beschadigd raken. Als dat te vaak gebeurt, herstelt je oor niet meer goed.

Slide 4 - Slide

Vanaf een sterkte van 140 dB(A) ga je direct gehoorschade oplopen.

Dat is hoe hard een straaljager klinkt op 250 meter afstand.

Slide 5 - Slide

Hoe hard is het geluid van een pneumatische hamer?
A
35 dB(A)
B
65 dB(A)
C
105 dB(A)
D
130 dB(A)

Slide 6 - Quiz

Een drilhamer op de bouw heeft geen geluidssterkte van 140 dB(A), maar toch moet je gehoorbescherming op als je ermee werkt.

Als je langere tijd geluiden van meer dan 80dB(A) hoort, kan dat namelijk ook leiden tot schade.

Slide 7 - Slide

Geluid dat niet schadelijk is maar wel hinderlijk is geluidsoverlast. Daar kan je maatregelen tegen nemen.

1. Bij de bron (stillere auto's)
2. Tussen bron en ontvanger (geluidswal naast de weg)
3. Bij de ontvanger (oordoppen)

Slide 8 - Slide

Als je zorgt dat autobanden minder lawaai maken op het asfalt, neem je een maatregel...
A
Bij de bron
B
Tussen de bron en ontvanger
C
Bij de ontvanger

Slide 9 - Quiz

Bij een geluidsscherm langs de weg gaat geluid terugkaatsen. Het wordt niet minder hard, maar komt niet achter het scherm.

Als je materiaal gebruikt dat het geluid absorbeert (in zich opneemt) dan demp je het geluid overal.

Slide 10 - Slide

Iets dat geluid absorbeert, kan zorgen voor geluidsisolatie.
Geluid wordt dan opgenomen door een tussenstof om zo hinder te voorkomen.

Oordoppen of oorkappen zijn hier een voorbeeld van.

Slide 11 - Slide

Dit hebben we geleerd:
Je kan benoemen vanaf welke geluidssterkte er gehoorschade kan ontstaan.

Je kan ten minste drie voorbeelden noemen van maatregelen tegen geluidsoverlast.

Je kan uitleggen wat het verschil is tussen geluid absorberen en terugkaatsen.

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Maak: paragraaf 8.4, opdrachten 1 t/m 7, 9 en 12.

Hoe: in je (online) boek. Gebruik de theorie.
Met wie: je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang: tot einde les de tijd.
Klaar: Blooket met oefenvragen over het hele hoofdstuk (zie Lesmateriaal deze les in SOM)

Slide 13 - Slide