4 Boeren, heren en monniken - 3 Verspreiding van het christendom

h2 les 1
Boeren, heren en monniken
4
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
3 - Verspreiding van het christendom
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

h2 les 1
Boeren, heren en monniken
4
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
3 - Verspreiding van het christendom

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Van natuurgoden naar christendom
In een deel van Europa was de bevolking al in de tijd van de Romeinen christelijk geworden. Maar dat was lang niet overal zo.

Leiders van de christelijke kerk vonden dat de heidenen bekeerd moesten worden.

Waar dat lukte werden kloosters en kerken gesticht.

In kloosters woonden mensen die hun leven helemaal aan hun geloof hadden gewijd. Deze monniken en nonnen baden veel tot God en leefden volgens strenge regels.
Voor de Germanen was Donar een god met ongelooflijk veel kracht. Ze dachten bijvoorbeeld dat hij de donder veroorzaakte door tijdens onweer heel hard met zijn hamer te slaan. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Van natuurgoden naar christendom
Sommigen van deze monniken probeerden het christendom onder de Germanen te verspreiden. 

De mensen die dat deden, noemen we missionarissen.

Ze verboden de heidense gebruiken en feesten, maar zonder veel succes. Veel mensen bleven in hun oude goden geloven.

Daarop besloot de kerk voor een andere aanpak: heidense gebruiken werden gekoppeld aan belangrijke christelijke gebeurtenissen. Zo werd het midwinterfeest gekoppeld aan kerstmis.

Dat had meer succes. Zo wist Willibrord rond 730 de bewoners van noord Nederland te bekeren.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Beantwoorden leerdoel
Hoe verspreidde het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa?

Slide 12 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Verwerken
Maken opdracht 1,2, 3 en 4 'De moord op Bonifatius' op blz. 46
timer
15:00

Slide 13 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Een christelijke cultuur
Het christelijke geloof speelde in de middeleeuwen een grote rol al alle belangrijke momenten in het leven.

  • trouwen
  • dopen
  • begraven
  • zon-en feestdagen naar de kerk

Dankzij het geloof hadden de mensen op deze dagen vrij. Dat was prettig want van een vakantie had nog nooit iemand gehoord.
Een priester (midden) geeft een stukje heilig brood aan de stervende man links. De zorg voor stervenden was een van de belangrijke taken van een priester.

Slide 14 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Een christelijke cultuur
Elke kerk had een priester. De mensen geloofden dat hij contact had met God. 

Taken priester:
  • Sprak gebeden uit
  • verrichtte handelingen zoals de doop en communie.
  •  Hielp gelovigen bij het leven volgens de regels van Christus.

Als je volgens de regels leefde dan was de kans groter dat je in de hemel kwam. Als je slecht leefde kwam je in de hel.

Dat wilde niemand en daarom werd er meestal goed naar de priester geluisterd.

Slide 15 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Een christelijke cultuur
Alleen ongetrouwde mannen mochten priester zijn: middeleeuwers vonden vrouwen en getrouwde mannen niet geschikt voor zo'n heilige taak.

Behalve kerken waren ook kloosters belangrijk voor het behoud en de verspreiding van de christelijke cultuur.

Kloosterlingen bestudeerden oude boeken en schreven deze over. Ook leidden ze priesters op.

Daarnaast waren kloosters vaak een 'hospitaal', waar zij reizigers onderdak boden en zieken verpleegden.

Slide 16 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Beantwoorden leerdoel
Op welke manieren had het christendom invloed op het leven van de mensen in de vroege middeleeuwen?

Slide 17 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Verwerken
Maak opdracht 4 t/m 9 op blz. 32

Slide 18 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
De standensamenleving
Het christelijk geloof was in de middeleeuwen dus erg belangrijk. Dat kun je ook zien aan de manier waarop middeleeuwers hun samenleving indeelden.

Verschillende standen:
  • De eerste stand: geestelijken. Deze stand had het meeste aanzien en bestond uit kerkleiders, priesters, monniken en nonnen bij elkaar. 
  • De tweede stand: adel, mannen gespecialiseerd in oorlogvoering. Zij moesten de mensen beschermen.
  • Derde stand: boeren. Bewerkten het land en zorgden voor het voedsel.

Derde stand verreweg het grootst. Overstappen naar een andere stand was bijna onmogelijk. 
De drie standen van de middeleeuwse samenleving op een houtsnede uit 1488. Bovenaan is Christus afgebeeld. 

Slide 19 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
De standensamenleving
IN alle standen waren mannen het belangrijkst. Alle belangrijke functies werden in principe uitgevoerd door mannen.

Vrouwen brachten kinderen groot, vervulden taken in de huishouding en werkten mee in het boerenbedrijf. Sommige vrouwen konden als non hun leven aan god wijden.

Maar er waren uitzonderingen...

Slide 20 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Beantwoorden leerdoel
Wat is een stand? Uit welke standen bestond de samenleving in de vroege middeleeuwen?

Slide 21 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Verwerken
Maak opdracht 10 t/m 13 op blz. 32 t/m 34

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide