Geslachtskenmerken, hormonen en menstruatiecyclus

                             
                             2.3
Veranderingen in de puberteit
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

                             
                             2.3
Veranderingen in de puberteit

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Uitleg 2.4
  • Maken opdrachten

Leerdoelen:
- Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.
- Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken : vanaf geboorte zichtbaar
Secundaire geslachtskenmerken: ontstaan tijdens de puberteit


Slide 4 - Slide

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
De Borsten
De Penis
De Vagina
Schaamhaar
Groeispurt
Borsthaar
Brede heupen
Schaamlippen
De Balzak
Baard in de keel

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Hormonen
Ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken wordt geregeld door hormonen. 
Hormonen zijn stoffen die allerlei processen in je lichaam regelen. 
Hormonen worden geproduceerd door hormoonklieren. 

Slide 7 - Slide

Hypofyse produceert vanaf puberteit hormonen die de werking van de teelballen en eierstokken regelen. 
Mannen
- productie zaadcellen
- productie mannelijke geslachtshormonen zoals testosteron
         - Testosteron zorgt voor secundaire geslachtskenmerken bij een man. 

Vrouwen
- rijpen van follikels in eierstokken (zorgt voor ovulatie)
- productie vrouwelijke geslachtshormonen zoals oestrogeen.
     - Oestrogeen zorgt voor secundaire geslachtskenmerken bij een vrouw. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Eierstokken
In de eierstokken zitten blaasjes: follikels.
In de puberteit gaan de follikels rijpen. 
- gemiddeld 1 per 4 weken. 
- rijpe follikel neemt vocht op en barst
open: eisprong (ovulatie)
Uit overblijfselen follikel vormt gele lichaam.

Cellen in de wand van de follikels produceren oestrogenen: baarmoederslijmvlies wordt dikker en meer doorbloed. 

Slide 10 - Slide

Hormonen regelen ook wanneer de menstruatie van de vrouw is --> de menstruatiecyclus

Slide 11 - Slide

Eerste 2 weken: hypofyse hormonen zorgen voor rijping van follikels in de eierstokken en voor opname van vocht in follikel. 

Slide 12 - Slide

Cellen van de follikelwand produceren oestrogeen > baarmoederslijmvlies wordt dikker. 

Slide 13 - Slide

Na ovulatie vormt follikel het gele lichaam. Cellen van het gele lichaam produceren o.a. oestrogenen. Baarmoederslijmvlies wordt nog dikker en scheidt stoffen (voedsel) af voor embryo. 

Slide 14 - Slide

Geen bevruchting? Gele lichaam sterft af.
> geen hormonen > baarmoederslijmvlies wordt afgestoten.
= menstruatie of ongesteldheid 

Slide 15 - Slide

  • Gemiddeld begint de menstruatie 2 weken na de ovulatie.
  • Menstruatie duurt gemiddeld 4 tot 7 dagen. 
  • Vrouw kan buikpijn hebben vanwege samentrekken baarmoederwand.
  • De menstruatiecyclus is vaak onregelmatig > ovulatie is niet te voorspellen. 

Slide 16 - Slide

Een menstruatiecyclus duurt.....
A
21 dagen
B
3 tot 5 dagen
C
28 dagen
D
7 dagen

Slide 17 - Quiz

Waarmee start de menstruatiecyclus?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Eisprong
D
Gele lichaam

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurt er op de 14e dag van de menstruatiecyclus?
A
De menstruatie begint
B
Het gele lichaam ontstaat
C
Het follikel gaat ten gronde
D
De eisprong vindt plaats

Slide 19 - Quiz

Wat is de taak van oestrogeen?
A
Zorgt voor de eisprong
B
Dikker baarmoederslijmvlies met meer klieren

Slide 20 - Quiz

Opdrachten maken
Maak opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 9.  

Slide 21 - Slide