Les 6. Werken in de supermarkt

• D&Z
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Les 6. Werken in de supermarkt

Na deze les weet jij:

- Wat een supermarkt is 
- Welke afdelingen er in een supermarkt zijn

- Wat artikelgroepen zijn 
- Welke artikelen er in een supermarkt verkocht worden

Wat draag je op je werk?

1. Nette kleding
2. Vieze kleding
3. Werk uniform
4. Pyjama

Mag je te laat komen op werk?

1. Ja
2. Nee

Afdeling

Een artikelgroep ligt in een winkel op een afdeling. 

Bijvoorbeeld: De groente-afdeling & de broodafdeling 

Kruidenafdeling

Diepvriesafdeling

Vleesafdeling

kant- en klaarafdeling

Assortiment

Het hele aanbod aan artikelen dat een winkel verkoopt.

Bijvoorbeeld: Kleding hoort niet in het assortiment van een supermarkt, want dat verkopen ze niet. 

Schappenplan

Om te bepalen welk artikel waar komt te staan, maak je een schappenplan. 

In een schappenplan kun je lezen welke artikelen waar staan in het schap. En ook hoeveel facings er zijn van de artikelen. 

Op welk schaphoogte moeten de artikelen staan?

Bukhoogte: zwaar artikel

Reikhoogte: licht artikel

Ooghoogte: artikel dat de winkelier graag wil verkopen

Wat doe je als vakkenvuller

              de rolcontainer

-Als het vak schoon is moet je het weer vullen

-Met oude en nieuwe producten

-Nieuwe producten haal je uit het magazijn

-Je rijdt ze op een rolcontainer de winkel in.

                         THT-datum

-Dit betekent: Ten minste Houdbaar Tot

-De THT-datum staat op producten die snel bederven

-b.v.: kaas, melk en vlees

-Als de THT-datum voorbij is kun je het product niet meer verkopen

-Producten voorbij de houdbaarheidsdatum kun je niet meer verkopen

-Producten die al langer in het schap staan, zet je daarom vooraan

-Zo neemt de klant de oudste producten het eerst mee

Bij blikken is dit minder belangrijk. Die blijven langer goed.

fifo

-Er zijn regels voor het vullen van de vakken

-Je moet het fifo-systeem gebruiken

-Het is een Engelse afkorting van: first in, first out

-Wat het eerst komt, gaat er ook het eerst uit

-Dit is vooral belangrijk voor etenswaren met een houdbaarheidsdatum

spiegelen

-Klanten houden van een opgeruimde winkel

-De producten moeten netjes in het vak staan

-De klanten kunnen zo gemakkelijker vinden wat ze nodig hebben

-Je zet alle producten daarom zover mogelijk naar voren, dat noem je spiegelen

-Het lijkt alsof het vak vol staat en de klant kan er gemakkelijk bij.

Werken achter de kassa

Er zijn verschillende soorten kassa's in de supermarkt. Denk aan zelfscankassa's, kassa's met touchscreen en de traditionele kassa met toetsenbord.

Beschrijf de verschillende soorten kassa's en laat voorbeelden zien.

Producten scannen

Een belangrijk onderdeel van werken met de kassa is het scannen van producten. Zorg dat de barcode goed gescand wordt en bevestig de prijs.

Leg uit hoe het scannen van producten werkt en geef tips om het goed te doen.

Klantenservice

Soms moet je als kassamedewerker klantenservice verlenen. Bijvoorbeeld als een product niet gescand kan worden.

Beschrijf de verschillende situaties waarin klantenservice nodig kan zijn en geef tips voor hoe hiermee om te gaan.

Betaling

Bij het afrekenen moet de klant betalen. Er zijn verschillende manieren om te betalen, zoals contant, pinnen of met een creditcard.

Leg uit hoe de verschillende betaalmethoden werken en geef tips voor hoe hiermee om te gaan.

Bonnetje

Na het afrekenen wordt er een bonnetje geprint. Controleer of alle producten op de bon staan en geef het bonnetje aan de klant.

Leg uit waarom het bonnetje belangrijk is en wat erop moet staan.

Wat is belangrijk bij het vullen? (1p)

1. Dat je groot bent
2. Dat je weet hoeveel je gevuld hebt
3. Dat je de producten die het langst goed blijven achteraan zet.
4. Dat je snel werkt

Wat betekent FIFO? (1p)

1. Fight en Food
2. First in First out
3. FingerFood
4. First out First in

Wat betekent spiegelen? (1p)

1. Dozen uitpakken
2. Vier blokken naar voren voren zetten
3. Kijken hoeveel klanten er in de winkel zijn
4. Alle producten naar voren halen

Waarom moet je spiegelen? (1p)

1. Dit ziet er netjes uit en de klant kan er beter bij.
2. De klant koopt het product dan eerder
3. De klant betaald dan meer voor een product
4. Dan ziet je baas dat je hard gewerkt hebt.

Schappenplan

Vakkenvullen

Prijzen

Kassa 

Spiegelen

Ooghoogte

Reikhoogte

Grijphoogte

Bukhoogte

Het is vandaag 24 oktober 2023.
Welk product mag niet meer verkocht worden? (1p)

1. THT: 26-10-2023
2. THT: 22-11-2023
3. THT: 22-10-2023
4. THT: 25-10-2023

Hoe heet dit hulpmiddel? (1p)

1. container
2. steekwagen
3. rolcontainer
4. karretje