7LGW - Herhaling cognitieve ontwikkeling

Abstract denken
Seriatie
Artificialisme
Babyreflexen
Objectpermanentie
Magisch denken
kan reversibel denken
Sensori-motorische fase 
Pre-operationele stadium
Concreet-operationele fase 
Formeel operationele stadium
1 / 14
next
Slide 1: Drag question
HuishoudkundeSecundair onderwijs

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

Abstract denken
Seriatie
Artificialisme
Babyreflexen
Objectpermanentie
Magisch denken
kan reversibel denken
Sensori-motorische fase 
Pre-operationele stadium
Concreet-operationele fase 
Formeel operationele stadium

Slide 1 - Drag question

Wat is symbolisch denken?

Slide 2 - Open question

Wat zijn secundaire circulaire reacties?
A
Baby kan doelbewust handelen.
B
Baby is zich bewust van effecten van eigen handelen.
C
Baby herhaalt handelingen omdat ze prettig zijn.
D
Baby gaat actief experimenteren;

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van seriatie?
A
Katrijn kan haar gedachten organiseren.
B
Rens kan de ballen van groot naar klein leggen.
C
Robine in alle voorwerpen een gezichtje.
D
Sara en Lore kunnen alle jongens in de klas aanduiden.

Slide 4 - Quiz

Rens is vandaag op tijd gaan slapen. Nu zal Sinterklaas zeker iets in zijn schoentje leggen.
A
Finalisme
B
Artificialisme
C
Animisme
D
Magisch denken

Slide 5 - Quiz

In welke leeftijdsfase is er sprake van objectpermanentie?
A
De baby
B
De peuter
C
De kleuter
D
Het lagereschoolkind

Slide 6 - Quiz

Wat behoort niet tot het formeel-operationeel stadium?
A
Abstract denken
B
Hypothetisch-deductief denken
C
Magisch denken
D
Combinatorisch denken

Slide 7 - Quiz

Adolescent kan als-dan redeneringen maken.
Relaties kunnen zien tussen eigenschappen.
Denken gaat verder dan wat hier en nu aanwezig is.
Hypothetisch-deductief denken
Abstract denken
Combinatorisch denken

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Video

Wat bewijst het vorige filmpje?
A
Zelfbewustzijn
B
Objectpermanentie
C
Egocentrisme
D
Reflex

Slide 10 - Quiz

Geef een eigen voorbeeld van egocentrisme.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Voorbeeld van ?
A
Finalisme
B
Animisme
C
Fysiognomisch denken
D
Artificialisme

Slide 13 - Quiz

Sara zegt tegen pennen, potloden, kleurtjes en stiften altijd kleurtjes.
A
Overdiscrimineren
B
Overgeneraliseren

Slide 14 - Quiz