Les 3

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

• Toets inkijken
• la grammaire - les devoirs
• Lire
• la grammaire - ww 5 tijden
• écouter

Le but: à la fin de ce cours:

• heb ik geoefend met lezen 
• weet ik welke werkwoorden ik in 5 tijden moet kennen en heb ik zelf schema ervoor gemaakt
• heb ik geoefend met luisteren

Persoonlijk vnw als lijdend / meewerkend voorwerp

Wat weten jullie nog?

Wat zijn de regels in het Frans?

Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Ik kijk naar de bloem -> Je regarde la fleur

                                          Je la regarde 

Tu ne vas pas regarder la fleur?

Tu ne vas pas la regarder

Tu n'as pas regardé la fleur?

Tu ne l'as pas regardé?

le, la, l', les

voor infinitief als aanwezig

voor persoonsvorm bij voltooid deelw.

Wat zijn de vormen van het pers. vnw. als meew. vw.?

(aan) mij                    me/m'                       

(aan) jou                    te/t'                            

(aan) hem                 lui  

(aan) haar                 lui                                

(aan) ons                  nous                          

(aan) u/jullie            vous                           

(aan) hun                  leur                               

meewerkend vw - zelfde regel

1. Direct voor de persoonsvorm.    (zie dia 5)

Je lui donne de l' argent = Ik geef hem geld.

 Je lui ai donné de l' argent = Ik heb hem geld gegeven.

2.  Heel werkwoord in de zin???     Dan voor het hele werkwoord.

Je vais lui donner de l' argent. = Ik ga hem geld geven.

MIX lijdend voorwerp vnw. en meewerkend voorwerp vnw.:

j’ai raconté une histoire à ma copine

je lui ai raconté une histoire

je la lui ai racontép

volgorde

lv-mv

Niet voor toets maar wel leuk om te weten: speciaal voor Zadie :)

Les devoirs

16c en 16d blz 116 en 117

Lire - blz 124

- ik zeg zo welk 2-tal welk tekstje gaat lezen

- lees het tekstje eerst individueel door

- bespreek kort samen de inhoud van de tekst

- bedenk 3 realistische vragen voor een ander tweetal

- denk aan het soort vragen dat je op een toets kan verwachten

- Lastig? Denk aan de 5W+H regel

(wie?, wat?, waar?, wanneer, waarom?, hoe?)

Maken

Exercice 28 blz 124

Werkwoorden 5 tijden

• Ga naar classroom
• open word document met ww -er die je moet leren 
• Vul het schema aan
• Bekijk woordenlijst welke ww op -er je nog meer moet beheersen
• vul het schema aan met deze ww of schrijf ze eronder op