Engels Unit 4.1 reading Deel A

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

bezit enkelvoud

één persoon of dier

bezit meervoud

meerdere personen of dieren

dog's

dogs'

tiger's

tigers'

girl's

girls'

giraffe's

giraffes'

brother's

brothers'

Wat gebruik je om het bezit aan te geven in het enkelvoud?
Bijv. Marie, Joëlle, Jop...

1. 's (Marie's dog)
2. ' (Marie' dog)
3. ... of ... (the dog of Marie)

Our ... garden is smaller than ours.

1. neighbours'
2. neighbours

Bezittelijke 's:
schrijf je eerst een apostrof (') en dan een s. = Sara's bag.
eindigt een woord al op een -s . Als dat zo is, kijk je eerst of het enkelvoud of meervoud is.

Bij woorden in het meervoud op -s schrijf je alleen een apostrof na die -s :

= the students' luggage
woorden in het enkelvoud op -s schrijf je 's achter het woord:

the waitress's tips
Bij namen die op een -s eindigen (of op een andere sisklank), mag je kiezen tussen ' en 's .

This is Dennis' room.

This is Dennis's room.

Those are my _______.

enkelvoud: 's

-s = 's of '

meervoud: 's

-s = '

1. parents cars
2. parents car's
3. parent's car's
4. parents' cars

That is his ____________ house

enkelvoud: 's

-s = 's of '

meervoud: 's

-s = '

1. friends
2. friend's
3. friends's
4. friends'

Om het af te leren:
's of s'

1. the boss's chair
2. the boss' chair

's/s'/...of...?
This is Wissal ... book.

1. 's
2. s'
3. ...of...

's s'

1. an hour's walk
2. an hours' walk

's s'

1. two week's holiday
2. two weeks' holiday

's s'

1. James's dog
2. James' dog