Argumenteren

Inhoud
In deze les leer je:
  • Hoe je argumenten kunt beoordelen.
  • Hoe je argumenten kan opstellen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Inhoud
In deze les leer je:
  • Hoe je argumenten kunt beoordelen.
  • Hoe je argumenten kan opstellen.

Slide 1 - Slide

Argumenten beoordelen


  • De  argumenten sluiten inhoudelijk aan op het standpunt
  • Het standpunt volgt logisch uit de argumenten.
  • De argumenten zijn inhoudelijk correct
  • De argumenten bevatten geen drogredenen.

Slide 2 - Slide

Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?


Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar geef je ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je vervolgens om jouw standpunt nóg sterker te maken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Soorten argumenten:
1. feitelijke argumenten (objectief)
2. autoriteitsargumenten (subjectief)
3. persoonlijke argumenten (subjectief)
4. emotionele argumenten (subjectief)

Slide 9 - Slide

Drogreden = vals argument
-opschepperij
-emotionele chantage
-veronderstelling
-generalisatie
-cirkelredenering
-persoonlijke aanval
-vals dilemma

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide