Brandaan Industriële Revolutie

Industriële Revolutie
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Industriële Revolutie

Slide 1 - Slide

Hoort bij de industriële revolutie
Hoort niet bij de industriële revolutie

Slide 2 - Drag question


Welke omschrijving hoort bij stoommachine?
A
beroepen waarbij producten worden gemaakt in de industrie
B
apparaat dat wordt aangedreven door hete damp van kokend water

Slide 3 - Quiz

Een fabriek is....
A
Kleine werkplaatsen waar met machines producten worden gemaakt
B
Kleine werkplaatsen waar met de hand producten worden gemaakt
C
Grote werkplaatsen waar met machines producten worden gemaakt
D
Grote werkplaatsen waar met de hand producten worden gemaakt

Slide 4 - Quiz

Wanneer kwam de eerste spoorlijn in Nederland
A
1943
B
1892
C
1803
D
1839

Slide 5 - Quiz

Zet op volgorde van vroeger naar later.
1
2
3
4
De steden groeien.
Er komen fabrieken.
Mensen maken spullen met de hand.
De stoommachine wordt uitgevonden.

Slide 6 - Drag question

1.Wat houdt de industriële revolutie in?
A
Het maken van machines
B
De overgang van het maken van spullen met de hand naar het maken van spullen met machines
C
Alle spullen worden met de hand bewerkt en geproduceerd
D
Alles word digitaal geproduceerd

Slide 7 - Quiz

Waardoor konden fabrieken veel produceren?
A
Door de opkomst van veel arbeiders
B
Door de opkomst van veel trekkers
C
Door de opkomst van de stoommachine
D
Door de opkomst van wegen

Slide 8 - Quiz

Hoe ontstonden steden?
A
Alleen door de bouw van vele huizen
B
Doordat veel mensen een auto kregen.
C
Doordat de fabrieken groter werden en de gehele stad in namen
D
Doordat mensen vanaf het platteland naar de stad kwamen om er te werken in fabrieken.

Slide 9 - Quiz

Kinderarbeid: kinderen moesten werken omdat:
A
Er geen school was
B
Ze geld moesten verdienen voor thuis
C
Kinderen liever gingen werken dan naar school

Slide 10 - Quiz