22-09 Alfa (WAC), "de school", Asmae

Maandag 22 september 
           Welkom 

1 / 38
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Maandag 22 september 
           Welkom 

Slide 1 - Slide

Startklaar
  • - Op je plek zitten
  • -Jas uit
  • -pen en werkboek op tafel
  • -telefoon in het Zakkie

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • De nieuwe klasgenoten
  • Even voorstellen
  • groep 1
  • groep 2
  • Woorden en cijfers oefenen 

Slide 3 - Slide

Het Leerdoel
  • nieuwe woorden leren die te maken hebben met "de school"
  •  Cijfers leren en kunnen koppelen aan het woord
  • De uitspraak leren

Slide 4 - Slide

Groep 1
  • Hoe heet jij?
  • Wie ben jij?
-ik ben...... oefening maken
  • Maak de oefening, schrijf over
  • De juf komt luisteren

 

Slide 5 - Slide

Groep 2
  • Werkboek "de school" 
  • Ga verder bij bladzijde 7
  • Luister naar de juf, zeg de juf na. 

Slide 6 - Slide

Wat zie je?

Slide 7 - Mind map

Werkblad
  • Kijk naar het plaatje
  • Welk woord hoort bij wel plaatje?
  • Schrijf het woord bij het plaatje 

Slide 8 - Slide

de liniaal
de schaar
het kleurpotlood
de juf
het schoolgebouw
de map
de meester
het boek

Slide 9 - Drag question

het schoolplein
de lamp
de deur
de stoel
het lokaal
de vloer
de sportzaal
de kast

Slide 10 - Drag question

Waar zie je het boek?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Waar zie je de gum?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Waar zie je de meester?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Waar zie je de vloer?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz


A
de wastafel
B
het wc-papier
C
de keuken
D
de sleutel

Slide 15 - Quiz


A
het lokaal
B
het wc-papier
C
de keuken
D
de sleutel

Slide 16 - Quiz


A
het lokaal
B
het wc-papier
C
de keuken
D
de sleutel

Slide 17 - Quiz


A
het lokaal
B
het wc-papier
C
de keuken
D
de sleutel

Slide 18 - Quiz

Ik ... mijn potlood.
A
pakt
B
pak
C
pakken

Slide 19 - Quiz

Ik.... op een stoel.
A
loopt
B
zitten
C
sta
D
zit

Slide 20 - Quiz

Wij ... op het bord.
A
schrijf
B
schrijft
C
schrijven

Slide 21 - Quiz

Hij ... naar het bord.
A
kijk
B
kijkt
C
kijken

Slide 22 - Quiz

Jullie ... een boek.
A
lees
B
leest
C
lezen

Slide 23 - Quiz

Zij ... naast het bord.
A
sta
B
staat
C
staan

Slide 24 - Quiz

Cijfers
  • cijfers 
  • nummers
  • getallen 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Sleepvraag
Sleep het juiste woord naar het juiste getal.

Slide 27 - Slide

1
19
7
4
0
17
2
11
3
12
twee
een
zeventien
negentien
elf
zeven
drie
nul
twaalf
vier

Slide 28 - Drag question

Welk getal hoor je?

Slide 29 - Slide

18
A
achttien
B
twintig
C
drie
D
negen

Slide 30 - Quiz

6
A
een
B
vier
C
zes
D
drie

Slide 31 - Quiz

4
A
dertien
B
zestien
C
negen
D
vier

Slide 32 - Quiz

10
A
tien
B
twintig
C
vijftien
D
vijf

Slide 33 - Quiz

3
A
dier
B
drier
C
vijftien
D
drie

Slide 34 - Quiz

elf
A
11
B
21
C
111
D
21

Slide 35 - Quiz

100
A
honderd
B
duizend
C
elf
D
tien

Slide 36 - Quiz

Wat hebben we geleerd?
  • Wijs willekeurig een van de geleerde woorden aan in het lokaal
  • schrijf het getal op het bord
  • herhaal de uitspraak van de getallen met de "g" 

Slide 37 - Slide

Goed gewerkt!

Slide 38 - Slide