VWO 2 Toets H5 beweging

Een motorrijder rijdt 15 minuten met een gemiddelde snelheid van 78 km/h. Hoeveel kilometer legt hij in die tijd af?

A
5,2 km
B
19,5 km
C
20,5 km
D
82 km
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Een motorrijder rijdt 15 minuten met een gemiddelde snelheid van 78 km/h. Hoeveel kilometer legt hij in die tijd af?

A
5,2 km
B
19,5 km
C
20,5 km
D
82 km

Slide 1 - Quiz

Petra fietst 32 km in 2 uur en 20 minuten.
Wat is de gemiddelde snelheid van Petra in km/h
A
16 km/h
B
13,7 km/h
C
14,5 km/h
D
14,2 km/h

Slide 2 - Quiz

Hoeveel afstand legt een vliegtuig af dat gemiddeld 1000 km/h vliegt in 20 minuten ?
A
20.000 km
B
50 km
C
333 km
D
3333 km

Slide 3 - Quiz

Bereken hoeveel tijd een tenniser heeft om te reageren als Federer met 220 km/h slaat. De baan is 23,77 m.
A
0,39 s
B
0,35 s
C
0,45 s
D
0,82 s

Slide 4 - Quiz

De sprinter
beweegt
A
versneld, vertraagd en dan eenparig
B
eenparig, versneld en dan vertraagd
C
eenparig, vertraagd en dan versneld
D
versneld, eenparig en dan vertraagd

Slide 5 - Quiz

Een auto rijdt 40 minuten constant met 72 km/h en een kwartier constant met 100 km/h. De afstand is dan:
A
50 km
B
70 km
C
85 km
D
73 km

Slide 6 - Quiz

De remweg van een auto bij 36 km/h is 8 m. De stopafstand bij deze snelheid is 17 m. Bereken de reactie-afstand.

A
25 m
B
9 m
C
8 m
D
7 m

Slide 7 - Quiz

Van welke factoren is (zijn) de remweg afhankelijk?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
De snelheid
B
De massa van de auto
C
De reactie-tijd
D
Mist

Slide 8 - Quiz

Een auto rijdt 72 km/h. De reactie-tijd van de bestuurder is 1 s. De reactie-afstand bedraagt dan:
A
72 m
B
20 m
C
25 m
D
18 m

Slide 9 - Quiz

Een triatleet fiets 3,8 km in 2 uur. Fiets 180 km in 5 uur en rent 42 km in 3 uur. De gemiddelde snelheid is:
A
22,6 km/h
B
15 km/h
C
13 km/h
D
18.2 km/h

Slide 10 - Quiz

In een afstand,tijd diagram is een horizontale lijn;
A
stilstand
B
een constante snelheid
C
een vertraging
D
een versnelling

Slide 11 - Quiz

In een snelheid,tijd diagram is een horizontale lijn;
A
stilstand
B
eenparige beweging
C
vertraging
D
versnelling

Slide 12 - Quiz

1) 5 m/s = 18 km/h
2) 23 km/h = 6,4 m/s
A
1) juist
B
2) juist
C
beide juist
D
geen juist

Slide 13 - Quiz