Clase 5| miércoles

1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Los objetivos de doelen
Después de esta clase ....Na deze les.....

- Kan ik werkwoorden in el futuro vervoegen.
- Zeg wat mijn toekomstige plannen zijn.
- Een kort email schrijven.

Slide 2 - Slide

El esquema het schema
1. ¡Vamos a hablar!
2. El futuro
        3. Schrijven 
       4. Lezen 

Slide 3 - Slide

¿Qué hiciste ayer?

Wat heb je gisteren gedaan?
Maak lange zinnen!
- después
- además
- luego
- y
- por último
Voorbeeld: Ayer hablé con Miel, después escuché música y toqué el ukelele

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

El futuro de onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd
*Met de futuro kan men alle gebeurtenissen en handelingen uit de toekomst uitdrukken.

Por ejemplo: mañana viajaré a España. morgen zal ik naar Spanje reizen.


Slide 6 - Slide

La conjugación de vervoeging
*Men vormt de futuro als volgt: 

Slide 7 - Slide

Verbos irregulares onregelmatige werkwoorden

Slide 8 - Slide

¡Ahora tú! 

Slide 9 - Slide

Ejemplos voorbeelden
1. El próximo año estudiaré en Ámsterdam. - Ik zal volgend jaar in Amsterdam studeren.
2. Mañana comeré pasta. - Morgen zal ik pasta eten.

Slide 10 - Slide

De toekomende tijd verwijst naar gebeurtenissen die in de toekomst zullen plaatsvinden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Je kunt de futuro gebruiken om een bevel aan te geven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Bij het vervoegen van de toekomende tijd, gebruiken we de stam van het werkwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Net zoals bij de andere werkwoorden, hebben -ar, -er en -ir in de futuro verschillende uitgangen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Bij het vervoegen van de futuro worden de uitgangen aan het volledige werkwoord (infinitief) vastgeplakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

De futuro is, als je kijkt naar alle andere vormen, de makkelijkste om te vervoegen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

¡Manos a la obra!
Je gaat een email naar een pen vriend/in schrijven waarbij je:
- Begroet
- introduceer jezelf; naam, leeftijd, woonplaats en afkomst.
- zeg wat je vandaag deed (min 2 dingen).
- vertel over jouw familie en vrienden.
- noem 3 hobby's
-toekomstige plannen.
- afscheid nemen.
* vervoeg werkwoorden in de verleden tijd, tegenwoordige tijd, toekomstige tijd en gebruik wederkerende werkwoorden .
Gebruik werkwoorden: Nacer, gustar, estudiar, viajar en levantarse.
timer
15:00
Ik neem ze mee!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide