Clase 14. Unidad 3 Gramática

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Empezamos en....




Jueves,  19 de noviembre de 2020
timer
1:00
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Empezamos en....




Jueves,  19 de noviembre de 2020
timer
1:00

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. SomToday
  2. Objetivos unidad 3
  3. Seguimos con la unidad 3. Gramática
  4. ¡A trabajar!
  5. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Slide

Aan het einde van unidad 3:
-    ik kan over mijn leven (in het verleden tijd) vertellen.
-    ik kan vragen stellen over iemands leven/biografie.
-    ik kan ww op ar/er/ir in de verleden tijd vervoegen (indefinido)

Slide 3 - Slide

Unidad 3 Gramática
Verleden tijd: indefinido
1) regelmatige uitgangen
2) wederkerende werkwoorden
3) onregelmatige werkwoorden
4) gebruik + signaalwoorden

Slide 4 - Slide

Verleden tijd: indefinido
hablar
comer
escribir
yo
hablé
comí
escribí
hablaste
comiste
escribiste
él/ella/usted
habló
com
escrib
nosotros
hablamos
comimos
escribimos
vosotros
hablasteis
comisteis
escribisteis
ellos/ellas/ustedes
hablaron
comieron
escribieron

Slide 5 - Slide

Indefinido
Regelmatig

Slide 6 - Slide

Vervoeging regelmatige werkwoorden

Slide 7 - Slide

Onregelmatige ww 

Slide 8 - Slide

Onregelmatige ww 

Slide 9 - Slide

Vergeet niet de Wedekerende werkwoorden:

 


Ducharse: 
me duché, te duchaste, se duchó…

Slide 10 - Slide

Er zijn twee werkwoorden die geheel onregelmatig zijn:
Ir/ser: fui, fuiste, fue, fuimos, fuisteis, fueron.
Dar: di, diste, dio, dimos, disteis, dieron.


¡OJO! De vervoegingen van de werkwoorden ‘ir’ en ‘ser’ zijn in de indefinido hetzelfde. ‘fui’ kan dan ‘ik ging’ , maar ook ‘ik was’ betekenen.


Slide 11 - Slide

INDEFINIDO 
De indefinido wordt gebruikt voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen/acties zijn afgesloten en hebben voor de spreker geen verband met het heden. 

Ayer hablé con mi abuelo sobre las clases en línea. 
Gisteren praatte ik met mijn opa over de online lessen. 
Ik heb gisteren met mijn opa over de online lessen gesproken. 

Slide 12 - Slide

Pretérito indefinido
Ayer jugamos al fútbol con nuestros amigos.
La semana pasada aprendí mucho en la clase de español.
En julio volvió a su casa.
Hace cinco meses gané un premio de literatura.
El verano pasado...
En 2002....
Hace un año...

Slide 13 - Slide

Indefinido (signaalwoorden)

- ayer, anteayer, anoche
- la semana pasada
- el año/mes/verano pasado
- el otro día, el lunes, el martes
- hace 1,2,3 día(s) /semana(s) / un año
- data: en 1946, el 14 de febrero
- en marzo... en navidades...
- aquel día, aquel invierno
- desde 1995 hasta 1998
- la última vez




Leer de vertaling van de signaalwoorden!
DEZE TIJD HEEFT EEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

Slide 14 - Slide

Sleep de zinnen naar het juiste vervoegen v/d pretérito indefinido 
comiste
nació
vivieron
comí
estudió
vivió
estudiaron
nacieron
Ayer yo...............................(comer) patatas con carne.
Julia.................................(estudiar) para el examen de física.
En 2009, Anne.........................(vivir) en Holanda.
¿Luuk ...........................(comer-tú) pizza en la cena?
Melissa y Shanne.........................(nacer) en 1995 en Francia.
Ellas..........................(estudiar) español hace 4 años.
Saraya  y Ashley........................(vivir) en París en 2002.
Tomy.........................(nacer) el 10 de noviembre de 1974.

Slide 15 - Drag question


Gebruik  de indefinido en maak hele zinnen:
 Ayer/tres/escribir/cartas (Nosotros)

Slide 16 - Open question


Gebruik  de indefinido en maak hele zinnen:
El domingo/andar/por la playa.  (ellos)

Slide 17 - Open question


Gebruik  de indefinido en maak hele zinnen:
La semana pasada/con/hablar/José Manuel (Yo)

Slide 18 - Open question


Gebruik  de indefinido en maak hele zinnen:
En 1989/una/comprar/casa en la playa (él)

Slide 19 - Open question


Gebruik  de indefinido en maak hele zinnen:
 Ayer/no estudiar/español (yo)

Slide 20 - Open question

Practicamos...
Indefinido

Slide 21 - Slide

Verplichte opdrachten:

TB unidad 3. Actividades Gramática
WB unidad 3 Gramática



Si terminas/Als je klaar bent?
-    Leren woorden unidad 3
-   Extra oefenen met indefinido
Verbuga/Spaans: oefenen met indefinido



Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)



Slide 22 - Slide

Deberes (Huiswerk)
  1. Leren woorden unidad 3
   2. Maken:
Verplichte opdrachten:
TB unidad 3. Actividades Gramática
WB unidad 3 Gramática







         




         
       (in Blink, in het boek dat gedeeld is met de klas!)
  

Slide 23 - Slide

¿Cómo has trabajado hoy en clase?
A
Muy bien :):)
B
Bien :)
C
Regular :|
D
Mal :(

Slide 24 - Quiz

1. Wat heb je geleerd in deze les? Had je meer kunnen leren? Hoe kun je ervoor zorgen dat je meer opsteekt?
2. Wat ging goed? Wat kan beter?
3. Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 25 - Open question

En la próxima clase...


Seguimos con la unidad 3


¡Muchas gracias y hasta la próxima clase!

Slide 26 - Slide

0

Slide 27 - Video