Les 4- vermogensdelicten en geweldsdelicten

Les 4- vermogensdelicten en geweldsdelicten
1 / 24
next
Slide 1: Slide
StrafrechtMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les 4- vermogensdelicten en geweldsdelicten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opbouw strafbepaling
Voorbeeld art. 287 Sr
Delictsomschrijving:   opzettelijk | een ander | van het leven beroven
kwalificatie:                     doodslag
sanctienorm:                  15 jaar gevangenis | geldboete 5e categorie (art. 23 Sr)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Strafbaarheid
1) Bestanddelen
a. Aan alle bestanddelen moet zijn voldaan.
b. Er moet sprake zijn van opzet (schuld in enge zin)
- oogmerk: dader had de bedoeling om een feit te plegen
- voorwaardelijk opzet: dader neemt het risico, dat zijn daad een bepaald gevolg zal hebben, op de koop toe.
c. soms is schuld al genoeg, in plaats van opzet: als de dader onzorgvuldig of erg slordig  was, bijv. art. 307 Sr
2) Wederrechtelijkheid
a. gedrag van de dader is in strijd met het recht
b. er is geen rechtvaardigingsgrond van toepassing (zoals toestemming of noodweer)
3) Schuld (schuld in ruime zin)
a. De daad kan aan de dader verweten worden
b. Er is geen sprake van een schulduitsluitingsgrond (zoals ontoerekenbaarheid of noodweerexces)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Maak nu ter herhaling van Hoofdstuk 3 de volgende opdrachten:

11a,b,d

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kijk in je wetboek naar art. 310 Sr en vervolgens naar art. 300 Sr. Bij welk artikel is het vereist dat het de bedoeling van de dader is om het misdrijf te plegen en hij niet slechts het risico met zijn daad op het gevolg op de koop toeneemt?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Een man heeft met de bedoeling om een andere man om het leven te brengen in een taart een dodelijke hoeveelheid arseen gestopt en deze taart naar de man opgestuurd. De taart wordt echter niet door de man, maar door zijn vrouw opgegeten. De vrouw overlijdt. Is er hier sprake van opzet op haar dood?
A
nee, geen opzet want niet zijn bedoeling haar te doden
B
ja, opzet want met zijn actie risico op dit gevolg op de koop toegenomen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Is het risico met de daad (het gif in de taart) op het gevolg (de dood van de vrouw) op de koop toenemen nu opzet als oogmerk of voorwaardelijk opzet?
A
oogmerk
B
voorwaardelijk opzet

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vermogensdelicten
Vermogensdelicten zijn delicten waarbij de dader zich geld of goederen uit het vermogen van het slachtoffer toe-eigent. 

Het bekendste vermogensdelict is diefstal (art. 310 Sr), dat de vorige les al even aan bod is gekomen bij het bespreken van de bestanddelen. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Diefstal met braak (art. 311 Sr) of geweld(art. 312 Sr)
De dief krijgt meer straf (strafverzwaring) als er bijzondere omstandigheden zijn waaronder de diefstal is gepleegd.
art. 311 Sr: met braak
  • Bijv. Twee mannen breken in de nacht in en stelen een iMac uit het huis.
art. 312 Sr: met geweld
  • Bijv. Een man slaat een oud vrouwtje en pakt dan haar tas af.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kijk in art 311 Sr. Kun je volgens art. 311 Sr nu alléén voor braak meer straf krijgen? Zo nee, motiveer je antwoord!

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Kijk opnieuw in art 311 Sr. Onder welke omstandigheden kun je niet ten hoogste 6 jaar gevangenisstraf krijgen, maar zelfs max 9 jr!

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Kijk in art 312 Sr. Moet er volgens art 312 Sr nu ook daadwerkelijk geweld zijn toegepast?

A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Naast diefstal met geweld is er in art 317 Sr het delict afpersing. De overeenkomst tussen beide artikelen is dat het gaat om vermogensdelicten met geweld. Maar wat is nu het verschil tussen beide feiten?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Andere vermogensdelicten
Verduistering, art. 321 Sr: het wederrechtelijk toe-eigenen van een goed dat hij anders dan door een misdrijf onder zich heeft
Afpersing, art. 317 Sr: iemand door geweld dwingen geld af te geven
Chantage, art. 318 Sr: iemand dwingen geld af te geven door te dreigen iets bekend te maken wat het slachtoffer niet wil
Oplichting, art. 326 Sr: Door bedrog iemand ertoe brengen dat hij geld afgeeft

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het verschil tussen diefstal en verduistering is maar heel klein. Op één bestanddeel na lijken de strafbepalingen precies op elkaar. 
Welk bestanddeel hoort bij diefstal, welk bij verduistering?
diefstal, art. 310 Sr
verduistering, art. 321 Sr
wegnemen = fysiek afpakken
anders dan door misdrijf onder zich hebben = al op een nette manier in je macht hebben
Voorbeeld: Een man  werkt als timmerman en neemt dagelijks de werkbus en het gereedschap mee naar huis. Hij stopt met de baan omdat hij het niet meer leuk vindt zo, maar geeft de spullen niet terug.
Voorbeeld: Twee jongens nemen een scooter mee van een onbekende die zo stom was haar sleutels in het contact te laten zitten. 

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Maak nu van Hoofdstuk 4 de volgende opdrachten: 2, 6, 7, en 10. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 5: geweldsmisdrijven

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

verschillende geweldsfeiten
  • voorbeelden hiervan zijn: doodslag, moord, dood door schuld, mishandeling, zware mishandeling
  • Net als bij een aantal vermogensdelicten zijn er strafverzwarende omstandigheden, zoals bij doodslag-moord en mishandeling en zware mishandeling.
  • ook zijn er geweldsfeiten met alleen een schuldvariant en dus geen opzet 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Kijk naar de artikelen 287 en 289 Sr. Wat is het verschil tussen beiden?

Slide 19 - Open question

de voorbedachte rade
maak opdr 4 uit je boek

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Kijk nu naar de artikelen 300 en 302 Sr. Wat is hier het verschil tussen beiden?

Slide 21 - Open question

opzet op het toebrengen zwaar lichamelijk letsel
Lees de tekst uit je boek op pag. 47 bovenaan over dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld. Is er bij deze feiten sprake van opzet op de dood/ zwaar lichamelijk letsel?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Door veel te weinig genomen voorzorgs- maatregelen door de eigenaar van een café, ontstaat er brand in het café en overlijden er bezoekers. Wat is het strafrechtelijke gevolg voor hem?
A
er is sprake van moord
B
er is sprake van doodslag
C
er is sprake van dood door schuld
D
er is geen strafrechtelijk gevolg voor hem

Slide 23 - Quiz

zie de tekst op p47 ''Door schuld''
gastles politie
voorbespreken gastles, (evt nog extra vragen uit het boek maken van H4)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions