1.4 Elektriciteit en veiligheid

1 / 22
next
Slide 1: Video
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Uit welke film komt deze scene?
A
Home Alone 1
B
Home Alone 2
C
Home Alone 3
D
Home Alone 4

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Gevaren
  • Als leidingen teveel stroom 
       verwerken, kunnen ze zo 
       heet worden dat er brand 
       ontstaat.
  • Als je een geleidend voorwerp 
       aanraakt waar spanning op staat 
       krijg je een schok.

Slide 4 - Slide

Brand
  • Meerdere apparaten gebruiken samen een grote stroom (overbelasting).
  • Meer dan 16 A stroom - brandgevaar
  • Toevoerstroomdraad wordt te heet en vat vlam

Slide 5 - Slide

Kortsluiting
Stroom gaat niet door het apparaat.

Stroom keert terug naar het stopcontact, zonder dat het door het apparaat beweegt.


Slide 6 - Slide

Stop slaat door als:
  1. Er teveel stroom is als gevolg van kortsluiting
  2. Er teveel stroom is als gevolg van overbelasting (teveel apparaten tegelijk aan)

Slide 7 - Slide

Zekeringen
Elektrische installatie is beveiligd tegen overbelasting en kortsluiting.

Zekering
- Elektronisch
- Smeltzekering

Slide 8 - Slide

Lichaamsweerstand en contactweerstand

Hoe groot de stroom is hangt af van twee dingen:
1 - Hoe groot de spanning is
2 - Hoe groot de weerstand in je lichaam is

Totale weerstand is lichaamsweerstand en contactweerstand

Droge huid = hoge contact weerstand en natte huid =lage contactweerstand

Slide 9 - Slide

Enkele en dubbele isolatie
  • Draden in huisinstallatie zijn gekozen om 16 A stroom gemakkelijk door te laten. 
  • Daar omheen zit een isolatielaag van pvc.
  • Dit voorkomt dat je een schok krijgt of voorkomt kortsluiting.
  • Sommige apparaten hebben dubbele isolatie;
    buitenkant van een niet geleidende kunststof.

Slide 10 - Slide

Veiligheids voorziening meterkast      
     ZEKERING
- Voor elke groep een eigen groepszekering (installatieautomaat: hefboompje dat 'omklapt')
- Als de stroom groter wordt 
   dan 16 A, schakelt groep-
   zekering de stroom uit.
- Dit voorkomt een brand.

Slide 11 - Slide

Aardlekschakelaar
- Vergelijkt de stroom in de fasedraad (bruine kleur) met de stroom in de nuldraad (blauwe kleur)
- Als ze evengroot zijn is het normaal, en laat de aardlekschakelaar de stroom gewoon door.
- Is het verschil groter dan 30 mA
   schakelt die de stroom uit.

Slide 12 - Slide

Randaarde
- Voorkomt dat de lekstroom langs iemands lichaam loopt.
- Daarom loopt er een groen-gele aarddraad van de buitenkant 
   van het apparaat via het snoer naar de rand van het 
   stopcontact, en van daar verder 
   naar de aardleiding in de meterkast.
- Deze is verbonden met een metalen 
   pin diep in de bodem.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 16 - Quiz

Als meerdere apparaten op één stopcontact aangesloten worden, dan wordt de stroomsterkte door elk apparaat kleiner.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Als er teveel apparaten aangesloten worden, slaat een zekering door.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

De elektriciteitsdraden die naar een brandende lamp lopen, worden een beetje warm.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Door een verdeling in groepen kun je meer elektrische apparaten aansluiten.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Een woning is met een zekering tegen overbelasting en kortsluiting beveiligd.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

huiswerk ma 11 januari
digitaal maken
1.4 Elektriciteit en veiligheid
(blz. 43) : 1 t/m 5 en 7

Slide 22 - Slide