2023-09-26 Ontwikkelingsgericht werken hh KB en Cognitieve functies

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Ontwikkelingsgericht werkenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingsgericht werken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het kinderbrein en ontwikkelingsgericht werken
Wat weten we nog? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke ontwikkelingsgebieden ken jij?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

De sensorische ontwikkeling is een onderdeel van de motorische ontwikkeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Bedenk een sensorische activiteit
voor peuters

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Wat weet je al over het kinderbrein?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Het kinderbrein
Het kinderbrein doorloopt verschillende ontwikkelingsfasen en is bij de geboorte nog niet volledig ontwikkeld.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je over het
reptielenbrein?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Het reptielenbrein
Het reptielenbrein is verantwoordelijk voor basisfuncties zoals ademhaling en hartslag.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je over het zoogdierenbrein?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Het zoogdierenbrein
Het zoogdierenbrein regelt emoties en sociale verbindingen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je over
het mensenbrein?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Het mensenbrein
Het mensenbrein, ook wel de neocortex genoemd, is verantwoordelijk voor complex denken en hogere cognitieve functies.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De drie breindelen
Belangrijk!
Informatie gaat via de krokodil, naar de olifant en komt uiteindelijk naar het gedeelte van de uil.

  • Kind angstig? Zorgen voor veiligheid!
  • Kind verdrietig of boos? Troost het kind, huilen mag!
  • kind aan het onderzoeken? zorg voor nieuwe uitdagingen!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Kinderbrein
  • De hersenen zijn bij geboorte nog niet af
  • Bij geboorte: 100 miljard hersencellen, 2500 hersenverbindingen per hersencel
  • Het kinderbrein ontwikkelt zich snel: per minuut worden 250.000 nieuwe verbindingen aangelegd
  • In de eerste twee jaar vergroten de hersenen vier keer
  • Op zes jarige leeftijd bijna net zo groot als volwassenen
  • Veiligheid is een belangrijke voorwaarde! 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid staat voorop
‘Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet ontdekken en spelen. En als een kind dat niet durft, ontwikkelt hij zich minder snel.'

  • Voorspelbaarheid
  • Ingaan op emoties
  • Kalmte bewaren
  • Contact maken
  • Verkeerde verbindingen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Verbindingen maken
Als je iets leert, doet, dan maken je hersenen verbindingen.
De verbindingen worden steviger door herhaling en oefenen. 
Verbindingen, die niet gebruikt worden, worden 'gesnoeid'.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke breinweetjes
weet je?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Vragen over het kinderbrein
Stel vragen aan de studenten om hun begrip van het kinderbrein te testen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van het begrijpen van de ontwikkeling van het kinderbrein.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van de zone van de naastenontwikkeling

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 30 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 31 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.