Starttaal 2F Hoofdstuk 3,les 3.2 verleden tijd

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Starttaal 2F Leerwerkboek A

 ENTREE

Les organisatie

• Ligt je boek klaar?
• Heb je een pen bij de hand?
• Jas uit?
• Oortjes uit

Leerdoelen vorige les

Hebben we deze onderdelen herhaald en geoefend:

- Tegenwoordige tijd

- De stam van een werkwoord

Even samen herhalen

Wat betekent de afkorting:

TT

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid deelwoord
4. Niets

Wat betekent de afkorting:

VT

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid deelwoord
4. Niets

Werkwoord

PV?

Tegenwoordige tijd

Alles wat NU gebeurt...

Afkorting: TT

1. Ik vorm 
2. Ik- vorm + T
3. Hele werkwoord

Leren	TT	VT
Ik	vind
Jij/ je/ u	vind + T
Hij/ zij	vind + T
Wij	vinden
Jullie	vinden
Zij	vinden

Goed of fout?

Jij wandelt naar de winkel.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?

Wandel jij naar de winkel?

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?

Fietst jij naar huis?

1. Goed
2. Fout

Lesdoelen vandaag

- Je kent het verschil tussen een zwak en sterk       werkwoord.

-Je weet hoe je 't kofschip toe kan passen.

Sterke en zwakke werkwoorden

Sterk werkwoord -> dan verandert de klinker in de vt

Voorbeeld: Ik loop -  ik liep

Zwak werkwoord-> dan blijft de klinker hetzelfde in de vt

Voorbeeld: Ik kook - ik kookte

Sterke werkwoorden

oefenen

Bij een sterk werkwoord...

1. blijft de klank hetzelfde
2. verandert de klank

LOPEN is een sterk werkwoord.

1. waar
2. niet waar

Wat is een sterk werkwoord?

1. schilderen
2. roepen

Wat is een sterk werkwoord?

1. vragen
2. darten

Wat zijn sterke werkwoorden?

1. slapen - vinden - geven
2. gokken - pakken - rennen

Zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

oefenen

Wat is een zwak werkwoord?

1. lopen
2. fietsen
3. gaan
4. worden

Een zwak werkwoord...

1. verandert niet van klank in de verleden tijd
2. verandert wel van klank in de verleden tijd

Zelfstandig werken

Je begint met je werkblad om te kijken of je het snapt.

Pas als die goed zijn kan je naar je boek!

bladzijde 49 t/m 52

Opdrachten 8, 9, 10, 11 en 12

Klaar? Inleveren en verder in Numo

Nederlands-taken-sterke en zwakke ww

Ik weet wat een sterk en zwak werkwoord is

😒🙁😐🙂😃