H1 onvoltooid deelwoord oefenen pv tt, vt en voltooid deelwoord

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Is het de persoonsvorm?
tegenwoordige tijd
verleden tijd
ik vorm opschrijven
Je vraagt wie?
verandert het werkwoord?
ik vorm opschrijven
Je vraagt wie?
ik                   -
een ander   t
meer            en
ik                   te de
een ander   te   de
meer            ten  den

Slide 2 - Slide

Je broertje (kruipen t.t.) door de box.

Slide 3 - Open question

Van wie (houden v.t.) je grootmoeder het meest?

Slide 4 - Open question

Het (vriezen t.t.) tien graden.

Slide 5 - Open question

(Hoeden t.t.) de herder zijn schapen?

Slide 6 - Open question

Waarom (haten v.t.) die man zijn buurman?

Slide 7 - Open question

Mees heeft dat altijd al willen hebben.
Wat wil jij later worden?

Slide 8 - Slide

Zullen we naar huis lopen
Hoe noem je zullen en lopen?
pv-voltooid deelwoord-infinitief

Slide 9 - Open question

Zullen we naar huis lopen
Hoe noem je zullen en lopen?
pv-voltooid deelwoord-infinitief

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Frans behoort niet tot de (verplichten) vakken op school.

Slide 12 - Open question

Die (aanbranden) doperwten zijn niet meer te eten.

Slide 13 - Open question

De (neerstorten) bergbeklimmer werd pas na 2 weken gevonden.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

De (braden) gehaktbal is erg lekker.

Slide 16 - Open question

De (barsten) ruit was erg groot

Slide 17 - Open question

Maak van Kern les 25 ( bladzijde 115)
vraag 1, 2 en 3

Slide 18 - Slide

Begrijp jij hoe je de werkwoordtijden moet spellen?
tt
i vt
voltooid deelwoord
bijvoeglijk
infinitief

Slide 19 - Poll