2C -di010621

Was machen wir heute?
  • Überhören 
  • Korrigieren 
  • Grammatik 
  • Hausaufgaben
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Was machen wir heute?
  • Überhören 
  • Korrigieren 
  • Grammatik 
  • Hausaufgaben

Slide 1 - Slide

die Ferien
A
de vrije tijd
B
de vakantie
C
het feest
D
de vereniging

Slide 2 - Quiz

Spaß machen
A
spijt hebben
B
leuk zijn
C
aan sport doen
D
dansen

Slide 3 - Quiz

manchmal
A
soms
B
moeilijk
C
met
D
makkelijk

Slide 4 - Quiz

langweilig
A
lange weg
B
lang
C
langharig
D
saai

Slide 5 - Quiz

das Klavier
A
het klavertje vier
B
de viool
C
de piano
D
het kwartier

Slide 6 - Quiz

Korrigieren Aufgabe 4
Musik: 
  • die Gitarre
  • die Geige
  • das Schlagzeug
  • das Klavier
  • Musik hören 
  • singen

Slide 7 - Slide

Korrigieren Aufgabe 4
Sport: 
  • Sport machen
  • tanzen
  • Rad fahren
  • ins Schwimmbad gehen 
  • reiten
  • Ski fahren
  • Tennis spielen
  • Fußball spielen
  • schwimmen

Slide 8 - Slide

Korrigieren Aufgabe 4
Freizeit: 
  • das Hobby 
  • die Ferien
  • Spaß machen 
  • lesen 
  • ins Kino gehen 
  • spielen 

Slide 9 - Slide

Korrigieren Aufgabe 5
  1. die Ferien
  2. schwierig
  3. spielen 
  4. die Stadt
  5. Gefallen 
  6. Sport machen
  7. mit, oder
  8. Hobby, langweilig 

Slide 10 - Slide

Korrigieren Aufgabe 6
  1. ins Schwimmbad - gehen 
  2. schön 
  3. Fußball spielen - Musik hören 
  4. Tennis spielen - Gitarre 
  5. toll
  6. lesen 
  7. blöd

Slide 11 - Slide

Korrigieren Aufgabe 7
  1. sechs
  2. Freunde
  3. Pommes
  4. Der Stundenplan
  5. macht Spaß 
  6. wünschen
  7. Manchmal
  8. Toll
  9. interessant

Slide 12 - Slide

Grammatik - Wiederholung
Hoe vervoeg je een werkwoord op -en? 

  1. Hele werkwoord -en
  2. Houdt stam over
  3. Elk onderwerp eigen uitgang (feesttenten) 

Slide 13 - Slide

Grammatik - Wiederholung
Trinken 

ich trinke
du trinkst
er/sie/es trinkt
wir trinken
ihr trinkt
sie trinken
Sie trinken

Slide 14 - Slide

Grammatik - stam op -d/-t
reden, antworten, reiten usw. 

Als de stam van een werkwoord eindigt op een -d of -t, dan krijgen de uitgangen van du en er/sie/es een extra -e


Slide 15 - Slide

Grammatik - stam op -d/-t
reden, antworten, reiten usw. 

Als de stam van een werkwoord eindigt op een -d of -t, dan krijgen de uitgangen van du en er/sie/es een extra -e




Slide 16 - Slide

Grammatik - stam op -d/-t
ich rede
du redest
er/sie/es rede
wir reden
ihr redet
sie reden
Sie reden

Slide 17 - Slide

Grammatik - stam op -d/-t
Ook bij het voltooid deelwoord een extra -e 

Reden -> red -> geredet
Antworten > antwort -> geantwortet

Slide 18 - Slide

An die Arbeit
Aufgabe 10 - 13 
Seite 18 und 19 

Slide 19 - Slide

Hausaufgaben
Mittwoch 2. Juni

Lernen: woordjes hf 6 ND
Machen: Aufgabe 10 - 13

Mittwoch 9. Juni
Repetitie hf 6 

Freitag 11. Juni
Lezen en luisteren na hf 5 

Slide 20 - Slide