1.4 Verschillen tussen regio's

1.4 Verschillen tussen regio's
1. Introductie
2. Terugkomend op vorige les/paragraaf
3. Behandelen paragraaf 1.4
4. Werken aan paragraaf 1.4
5. Afsluiting
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.4 Verschillen tussen regio's
1. Introductie
2. Terugkomend op vorige les/paragraaf
3. Behandelen paragraaf 1.4
4. Werken aan paragraaf 1.4
5. Afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Introductie

Slide 2 - Slide

Waren er nog onduidelijkheden over paragraaf 1.3?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Weet ik niet

Slide 3 - Quiz

Een kleine overhoring :)

Slide 4 - Slide

Het verbeteren van de woningen in een woonwijk noem je ook wel:
A
Renovatie
B
Sanering
C
Nieuwbouw
D
Armoedebeleid

Slide 5 - Quiz

Problemen met leefbaarheid kan je oplossen door:
A
Een bestemmingsplan toe te passen
B
een wijkcentrum te bouwen
C
Bewoners een extraatje te geven
D
een snelweg aan te leggen

Slide 6 - Quiz

Hoe noemen we de zogenaamde 'aandachtswijken' ook wel?
A
Achterstandswijken
B
Prachtwijken
C
Krachtwijken
D
Vogelaarwijken

Slide 7 - Quiz

Paragraaf 1.4

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Verschillen in inkomen
2 manieren om verschillen in welvaart tussen regio's te vergelijken:
- BRP (Bruto Regionaal Product): Waarde van alle goederen en diensten die de regio produceert
- Besteedbaar inkomen per huishouden: Inkomen wat overblijft na betalen van belastingen en premies

Slide 10 - Slide

Armoedegrens

Slide 11 - Slide

Armoedegrens
- Het bedrag dat je minimaal moet verdienen om te kunnen voorzien in je behoeftes in voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.

Slide 12 - Slide

verschillen in werkgelegenheid
Samen lezen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Schrijf op voor jezelf
- Levensverwachting
- Sociaaleconomische status

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Wat doet de overheid?
Samen lezen

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 8, en 12.
Klaar? Maak opdracht 9 in tweetallen
Succes!

Slide 18 - Slide