Sign Theorie les 13 Kledingbedrukking

Sign Theorie - Kledingbedrukking
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SignMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Sign Theorie - Kledingbedrukking

Slide 1 - Slide

Lesdoelen - wat weten/kunnen we aan het einde van de les?
- Kunnen benoemen van de verschillende technieken.

- Kunnen benoemen van de kenmerken van de verschillende technieken.

- Kunnen toepassen van de verschillende technieken





Slide 2 - Slide

Welke technieken van kledingbedrukking ken je?

Slide 3 - Open question

Kledingbedrukking - technieken
Voor het bedrukken van kleding zijn er diverse technieken. De meest voorkomende technieken zijn:

- Zeefdruk
- Flex- en Flockdruk
- DTG
- DTF
- Borduren

Slide 4 - Slide

Kledingbedrukking
De geschiedenis van het bedrukken van kleding begon in de 20e eeuw met de opkomst van zeefdrukken. Deze techniek werd populair voor het bedrukken van T-shirts en andere kleding. Zeefdrukken werd een standaardtechniek voor het maken van bedrukte kleding.

In de jaren '60/'70 werd de populariteit van bedrukte kleding vergroot dankzij de opkomst van de popcultuur, de commerciële mogelijkheden van bedrukte T-shirts met bandlogo's, politieke boodschappen en kunstzinnige ontwerpen.
Tegenwoordig worden verschillende technieken gebruikt voor het bedrukken van kleding, waaronder zeefdruk, digitale druk, borduren en transferdruk. Dit heeft geleid tot een grote diversiteit aan mogelijkheden voor het personaliseren van kledingstukken.

Slide 5 - Slide

Zeefdruk
Zeefdruk is een druktechniek waarbij een stuk fijn gaas wordt gebruikt om inkt door te drukken op een oppervlak, waarbij de niet-gedrukte gebieden worden afgeschermd door een sjabloon.
Met een rakel wordt de inkt vervolgens
door het gaas op de kleding gedrukt.

Vanwege de hoge instelkosten is zeefdruk
alleen interessant bij grote oplagen.

Slide 6 - Slide

Zeefdruk
Meerkleuren zeefdrukwerk wordt vaak op een T-shirt carrousel gedrukt.
Hierbij heeft elk 'raam' een andere
kleur.

De shirts op het carrousel kunnen
ronddraaien en bij elk station
wordt de volgende kleur erop
gedrukt.

Slide 7 - Slide

Flexdruk
Flexdruk kennen jullie uit de Skillslessen.
Een speciale, dunne folie wordt op de
plotter in spiegelbeeld gesneden en
vervolgens met een hittepers onder de
juiste druk en temperatuur op de kleding
geperst.
Goed geschikt voor kleine oplagen met 1 of
2 kleuren.

Slide 8 - Slide

Flockdruk
Flock is een variant op de flexfolie.
Met materiaal is dikker en voelt wat
'fluweelachtig' aan.
De print geeft een 70s/80s-look aan de kleding.
Tegenwoordig is de techniek vergelijkbaar met die van Flex.

Slide 9 - Slide

DTG
DTG staat voor
Direct-To-Garment.

Bij het printen met een DTG-
printer wordt de print recht-
streeks op het T-shirt geprint.

Slide 10 - Slide

DTF
DTF staat voor Direct-To-Film,
wat betekent dat een DTG-printer direct textieltransfers op een folie kan printen. Daarna wordt d.m.v. een soort poeder een 'lijmlaag' aangebracht.

Vervolgens wordt het shirt gedrukt met een kledingpers.

Slide 11 - Slide

Borduren
Bij borduren wordt op een machine
met naald en draad een afbeelding
op een kledingstuk gestikt.

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Zoek de juiste bedrukkingstechniek bij de offerteaanvragen!

In Teams staat een document met hierin een aantal 'offerte-aanvragen'.
Bedenk voor elk punt welke bedrukkingstechniek de juiste is voor die toepassing.
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Lesdoelen - wat weten/kunnen we nu?
- Kunnen benoemen van de verschillende technieken.

- Kunnen benoemen van de kenmerken van de verschillende technieken.

- Kunnen toepassen van de verschillende technieken







Slide 14 - Slide

Wanneer maak je gebruik van zeefdruk als bedrukking van kleding?
A
Als het snel klaar moet zijn
B
Als het goedkoop moet zijn
C
Als je een zeer groot aantal moet drukken
D
Als er maar 1 of 2 stuks gedrukt moeten worden

Slide 15 - Quiz

Met welke onderdelen worden met borduren de afbeelding op de kleding gemaakt?
A
CMYK-printkoppen
B
naalden
C
drukraam
D
geplotte transfers

Slide 16 - Quiz

Hoe wordt kleding gedrukt met DTG?
A
Direct geprint op het shirt
B
Direct geprint op de transfer
C
Direct gezeefdrukt op het shirt
D
Met een hittepers

Slide 17 - Quiz

Hoe wordt kleding gedrukt met DTF?
A
Direct geprint op het shirt
B
Direct geprint op de transfer
C
Direct gezeefdrukt op het shirt
D
Met een hittepers

Slide 18 - Quiz

Waar moet je op letten bij het plotten van Flex- of Flock transfers?
A
de juiste kleur
B
monomeer of polymeer
C
spiegelbeeld plotten
D
de rakelstand

Slide 19 - Quiz