20 mei

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

• écouter - diaologue
• écouter - getallen
• zelfstandig werken

Le but: à la fin de ce cours:

• heb ik geoefend voor de luistertoets
• heb ik geoefend met tellen in het Frans tot 100
• heb ik met de voca geoefend

Hoe groet de ober de klanten?

1. Bonjour
2. Salut
3. Coucou!

Wat is: het voorgerecht?

1. L'entrée
2. Le plat principal

Wat neemt mevrouw als voorgerecht?

1. Een broodmandje
2. Een groene salade
3. Een schaal nacho's

Wat is de "plat du jour" vandaag?

1. Biefstuk met frites/gegrilde vis
2. Hertenbiefstuk/gebakken vis

Wat nemen ze als toetje?

1. une glace au chocolat
2. une glace à la vanille
3. une glace Schtroumpf

Wat nemen ze als 2e toetje

1. une crêpe
2. une grosse salade de fruits
3. une crême brûlée

Hoe vonden de klanten het diner?

1. Gemiddeld, de steak was niet goed.
2. Ze vonden het erg lekker.

Wat betekent:
ça fait combien?

1. heeft het gesmaakt?
2. Hoe duur is het?
3. wat neemt u?

Hoe vraag je in het Frans om de rekening?

1. La carte, s'il vous plaît.
2. L'addition, s'il vous plaît.

Vous avez reservé?

Asseyez-vous!

Qu'est-ce que vous avez à manger?

Voilà, la carte.

Vous avez choisi?

Vous avez fini?

Bon appétit!

Heeft u gereserveerd?

Gaat u zitten?

Wat heeft u te eten?

Alstublieft, de menukaart.

Heeft u een keuze kunnen maken?

Bent u klaar?

Eet smakelijk!

Welk getal hoorde je?

1. 13
2. 23
3. 33
4. 43

Welk getal hoorde je?

1. 12
2. 24
3. 14
4. 42

Welk getal hoorde je?

1. 8
2. 28
3. 48
4. 68

Welk getal hoorde je?

1. 12
2. 22
3. 32
4. 42

Welk getal hoorde je?
Schrijf het op in cijfers

Welk getal hoorde je?
Schrijf het op in cijfers

Welk getal hoorde je?
Schrijf het op in cijfers

Welk getal hoorde je?
Schrijf het op in cijfers

Zelfstandig werken

Blooket