This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Herhaling hoofdstuk 1 en 2
Lesbrief Werk & Werkloosheid
Slide 1 - Slide
Een voltijdbaan/fulltimebaan noemen we in de economie ook wel een ....
Slide 2 - Open question
Wie valt er niet onder de groep inactieven?
A
Een student die gestopt is met zijn studie en een tussenjaar neemt.
B
Een werkloze
C
Een 70 jarige die nooit in zijn leven gewerkt heeft.
D
Een persoon met een beperking die arbeidsongeschikt is verklaard.
Slide 3 - Quiz
Stelling: Door deeltijdwerkers is de werkgelegenheid in personen altijd kleiner dan de werkgelegenheid in arbeidsjaren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
De p/a-ratio van de Nederlandse vrouwen is hoger dan die van de Nederlandse mannen. Deze uitspraak betekent dat ...
A
er in verhouding meer vrouwen werkloos zijn dan mannen.
B
vrouwen gemiddeld meer vakantiedagen hebben dan mannen.
C
vrouwen gemiddeld meer in deeltijd werken dan mannen
D
vrouwelijke fulltimers gemiddeld korter werken dan mannen.
Slide 5 - Quiz
Juist of onjuist?
Karin is actief op zoek naar een baan, ze valt daardoor onder de groep actieven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
De werkzame beroepsbevolking bestaat uit werknemers en ...
Slide 7 - Open question
In een land is de i/a-ratio 65. De werkgelegenheid bedraagt 7,5 miljoen arbeidsjaren.
Het aantal uitkeringsontvangers (in volledige uitkeringsjaren) is dan ...
A
1,155 miljoen
B
8,667 miljoen
C
4,875 miljoen
D
5,450 miljoen
Slide 8 - Quiz
Stel dat een Amerikaanse werknemer 1.800 uur per jaar werkt en een Nederlandse werknemer 1.400 uur. Een Amerikaanse werknemer verdient (omgerekend) per jaar € 42.000, een Nederlandse werknemer € 38.000. Welke uitspraak is dan juist?
A
De Amerikaan verdient per uur 14% meer dan de Nederlander.
B
De Amerikaan verdient per uur 14% minder dan de Nederlander.
C
De Amerikaan verdient per uur 16,5% meer dan de Nederlander.
D
De Amerikaan verdient per uur 16,5% minder dan de Nederlander.
Slide 9 - Quiz
Welke van de onderstaande groepen behoort niet tot de niet-beroepsbevolking?
A
Studenten
B
Huismannen
C
Werklozen
D
Arbeidsongeschikten
Slide 10 - Quiz
In welk geval zal de i/a-ratio stijgen?
A
Verhoging van de pensioenleeftijd.
B
Steeds meer moeders gaan werken
C
Een verlenging van de maximale uitkeringsperiode van twee jaar naar drie jaar.
D
Subsidies voor het aannemen van mensen met een beperking
Slide 11 - Quiz
Wanneer de p/a-ratio stijgt, stijgt het gemiddeld aantal uren per week per werknemer.