Helpende Plus - wondzorg

Helpende Plus
Planning

06 mei - Wet- en regelgeving en medicatie
13 mei - Ziekten & Observeren
20 mei - Mictie
27 mei - Wondzorg & Communiceren
03 juni - Rouw
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Helpende Plus
Planning

06 mei - Wet- en regelgeving en medicatie
13 mei - Ziekten & Observeren
20 mei - Mictie
27 mei - Wondzorg & Communiceren
03 juni - Rouw

Slide 1 - Slide

Medicijnquiz

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je deelt wonden op verschillende manieren in
  • Je geeft een voorbeeld van primaire en secundaire wondgenezing
  • Je benoemt de fasen van wondgenezing
  • Je onderzoekt positieve en negatieve invloeden op wondgenezing

Slide 3 - Slide

Wond indelen op kenmerken
  • Oppervlakkig, ondiep of diepe wond?
  • Inwendig/uitwendig?
  • Droog of nat (exsudaat)?
  • Verse wond of oude wond? 
  • Schoon, vies (gecontamineerd) of geïnfecteerd?
* Wondkweek

Slide 4 - Slide

Oppervlakkige, natte, schone wond
Diepe, droge geinfecteerde wond
Oude, vieze (gecontamineerde) natte wond

Slide 5 - Drag question

Wond indelen op hoe het ontstaan is
  • Circulatiestoornis (decubitus, diabetische voet)
  • Oncologisch (door kanker/bestraling) 
  • Infectie (door onvoldoende afweer tegen bacteriën, virussen, schimmels)
  • Mechanisch (steek-, snij-, schaaf-, scheur-, kneus- of chirurgische wond
  • Chemische wond (door sterke zuren, chloor, gassen)
  • Thermische wond (verbranding/bevriezing)
  • Elektriciteitswond (door bliksem, de zon, radioactieve straling of elektriciteitsdoorgang

Slide 6 - Slide

Mevrouw Timmer liep te dicht langs een deurpost en haalt haar huid open. Wat voor soort wond is dit?
A
Chirurgische wond
B
Mechanische wond
C
Thermische wond
D
Infectie-wond

Slide 7 - Quiz

Dhr. Tos krijgt bestralingen voor slokdarmkanker. Daardoor heeft hij zweren in zijn mond en keel. Dit is een
A
Chirurgische wond
B
Thermische wond
C
Oncologische wond
D
Mechanische wond

Slide 8 - Quiz

Je kunt het WCS-model niet toepassen bij brandwonden en wonden die het gevolg zijn van kanker (oncologische wonden)

Slide 9 - Slide

Type rode wond
Wat wil ik doen?
Oppervlakkig Droog
Hydrateren (vocht erin)
Zalfgazen, schuimverband
Oppervlakkig Vochtig
Reguleren (vochtig houden)
Hydrocolloid/honinggel, filmverband
Oppervlakkig Nat
Absorberen (vocht onttrekken), wondranden beschermen
Hydrocolloid, absorberend verband, schuimverband
Diep Droog
Hydrateren (vocht erin)
Hydrogel/honinggel
Diep vochtig
Reguleren (vochtig houden)
Alginaat
Diep Nat
Absorberen (vocht onttrekken), wondranden beschermen
Alginaat, absorberend verband

Slide 10 - Slide

Oppervlakkige rode wond (droog )

Slide 11 - Slide

Oppervlakkige/matig diepe rode wond (vochtig)

Slide 12 - Slide

Diepe rode wond (droog)

Slide 13 - Slide

Diepe rode wond (vochtig - nat), verweekte wondranden

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Dit verband noemen we
A
Absorberend verband
B
Aginaat
C
Zalfgaas/vetgaat
D
Hydrogel

Slide 16 - Quiz

Dit wondmateriaal noemen we
A
Alginaat
B
Wondpleister
C
Absorberend verband
D
Hydrocolloïd

Slide 17 - Quiz

Dit wondmateriaal noemen we
A
Fixatiewindsel
B
Wondpleister
C
Absorberend verband
D
Hydrocolloïd

Slide 18 - Quiz

Dit gebruik ik bij:
A
Oppervlakkige rode droge wond
B
Oppervlakkige rode natte wond
C
Diepe rode droge wond
D
Diepe rode natte wond

Slide 19 - Quiz

Dit gebruik ik bij:
A
Oppervlakkige rode droge wond
B
Oppervlakkige rode natte wond
C
Diepe rode droge wond
D
Diepe rode natte wond

Slide 20 - Quiz

Dit gebruik ik bij:
A
Oppervlakkige rode droge wond
B
Oppervlakkige rode natte wond
C
Diepe rode droge wond
D
Diepe rode natte wond

Slide 21 - Quiz

De letter M in het TIME-model staat voor:
A
Material
B
Moisture
C
Methode
D
Model

Slide 22 - Quiz

De letter T in het TIME-model staat voor:
A
Tissue
B
Think
C
Top
D
Texture

Slide 23 - Quiz

Wond indelen op duur
  • Acuut, genezen snel. Vaak wonden door stoten/snijden/branden
  • Chronisch. Genezen langzaam door onderliggende aandoening

Slide 24 - Slide

Wondgenezing
Primair: wondranden tegen elkaar aan (hechting), klein litteken

Secundair: Wondranden van elkaar af, groot litteken

Slide 25 - Slide

Je kunt het WCS-model niet toepassen bij brandwonden en wonden die het gevolg zijn van kanker (oncologische wonden)

Slide 26 - Slide

Wat heeft positieve invloed op wondgenezing?

Slide 27 - Mind map

Wat heeft negatieve invloed op wondgenezing?

Slide 28 - Mind map

Positief

  • Gezond eetpatroon
  • Voldoende eiwitten, koolhydraten, vitaminen en mineralen
  • Voldoende beweging (doorbloeding)
  • Voldoende rust (wondgenezing kost energie
Negatief

  • Hoge bloedsuiker
  • Nicotine (roken)
  • Leeftijd van de cliënt
  • Gebruik medicijnen
  • Ontsteking
  • Plaats van de wond
  • tekort voedingsstoffen
  • Slechte conditie


Slide 29 - Slide

Type rode wond
Nat
Absorberend
Schuimverband
Nat
Hydraterend
Alginaat/hydrogel
Nat
Regulerend
Huidvervangende wondbedekkers
Droog
Basisproduct
Vette gazen, wondcontactmaterialen
Droog
Absorberend
Schuimverband
Droog
Hydraterend
Alginaat, hydrogel, hydrocolloid

Slide 30 - Slide

TIME - model
Indeling naar vier factoren die wondgenezing kunnen belemmeren.

T = Tissue (weefsel); wat is de kleur?
I = Infectie; is er sprake van een infectie?
M = Moisture (vocht); produceert de wond veel vocht?
E = Edge (wondranden); wat is de toestand van de rand?

Met als doel: het creëren van een  gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.

Slide 31 - Slide

Rapporteren
Maak een rapportage volgens het TIME-model over de wond op de afbeelding hiernaast. 

T = Tissue (rood/geel/zwart)
I = Infectie
M = Moisture (nat/droog)
E = Edge (wondranden)

Slide 32 - Slide

Boek

Tijd om te werken aan hoofdstuk 7

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Rapportagemethodieken
  • SOAP/SOEP
  • Aan de hand van zorgdoelen 
  • Anders?

Slide 35 - Slide

SOAP

Slide 36 - Slide

Je gaat rapporteren volgens de SOAP. Welke informatie zet je bij P?

A
Ik heb een goed gesprek gehad met mw. over de zorgen die zij heeft over haar man
B
Mw zeg sinds gisterochtend continue hoofdpijn te hebben
C
De oorzaak van de onrust van mw. is onzekerheid over de uitslag
D
Na overleg met de arts geven we mw. vanavond een rustgevend medicijn

Slide 37 - Quiz

Oefening haptonomie
G = Grenzen
R = Ruimte
O = Omgeving
U = Uitnodigen
N = Naderen
D = Doorvoelen

Slide 38 - Slide

Onbegrepen gedrag?

Slide 39 - Mind map

Slide 40 - Video

Oorzaken
  1. Omgevingsfactoren
  2. Lichamelijke factoren en medicijngebruik
  3. Psychische factoren
  4. Persoonlijke factoren
  5. Ziektes, zoals depressie, delier, dementie 

Slide 41 - Slide

Welke activiteiten kun je aanbieden om onbegrepen gedrag te voorkomen/verhelpen?

Slide 42 - Mind map