Schakelingen

H4.3. Schakelingen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4.3. Schakelingen

Slide 1 - Slide

Vorige lessen...

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Stroomsterkte
Grootheid: Stroomsterkte
Symbool grootheid: I
Eenheid: A (ampère)

Slide 4 - Slide

Spanning
Grootheid: Spanning
Symbool grootheid:
Eenheid: V (Volt)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

H4.3 schakelingen

Schakelschema's

Serieschakelingen

Parallelschakelingen


Slide 7 - Slide

4.3.1 Je kunt twaalf symbolen voor onderdelen in schakelschema’s herkennen en tekenen.
4.3.2 Je kunt het verschil uitleggen tussen een parallelschakeling en een serieschakeling.
4.3.3 Je kunt het schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen.
4.3.4 Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.
4.3.5 Je kunt de grootte van de stroomsterkte beredeneren in een schakeling.
Leerdoelen H4.3

Slide 8 - Slide

Schakelschema
Overzichtelijke tekening van een schakeling, weergegeven met symbolen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welk component hoort bij dit symbool?
A
Snoer
B
Batterij
C
Schakelaar
D
Lampje

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Welke component hoort bij dit symbool?
A
led
B
schakelaar
C
motor
D
bel

Slide 17 - Quiz

Serieschakelingen

Slide 18 - Slide

Kenmerken serieschakeling
- geen vertakkingen
- 1 stroomkring
- als 1 onderdeel kapot gaat, valt alles uit
- stroomsterkte overal even groot

Slide 19 - Slide

Parallelschakelingen

Slide 20 - Slide

Kenmerken parallelschakeling
- wel vertakkingen
- elke vertakking is een aparte stroomkring
- elk apparaat apart aan of uit doen
- de stroom wordt verdeeld over alle takken
- totale stroomsterkte = stroomsterkte in onvertakte delen



Slide 21 - Slide

Is dit een serie of een parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 22 - Quiz

Is dit een open of gesloten stroomkring?
A
Open
B
Gesloten

Slide 23 - Quiz

4.3.1 Je kunt twaalf symbolen voor onderdelen in schakelschema’s herkennen en tekenen.
4.3.2 Je kunt het verschil uitleggen tussen een parallelschakeling en een serieschakeling.
4.3.3 Je kunt het schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen.
4.3.4 Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.
4.3.5 Je kunt de grootte van de stroomsterkte beredeneren in een schakeling.
Leerdoelen H4.3

Slide 24 - Slide