Par. 4: Schaalniveaus

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Schaalniveaus

Par. 3.4: Schaalniveaus

Wat leer je?

* Je weet welke schaalniveaus je bij aardrijkskunde gebruikt.

* Je kunt inzoomen en uitzoomen van het ene schaalniveau naar het andere.

* Je kunt centrum en periferie op drie schaalniveaus beschrijven. 

Waar denk je aan bij een schaalniveau?

De schaalniveaus

* Grootte van het gebied waarnaar je kijkt

* Lokaal schaalniveau

    - bijvoorbeeld een stad

* Nationaal schaalniveau

    - een land

* Mondiaal schaalniveau

    - de hele wereld

Wat is een schaalniveau?

1. Een grote fruitschaal
2. Inzoomen en uitzoomen
3. Grootte van het gebied waar je naar kijkt
4. Het niveau van werelddelen

Geef een voorbeeld van een schaalniveau.

Alphen a/d Rijn

wereld

land 

stad 

Lokaal schaalniveau

Nationaal schaalniveau

Mondiaal schaalniveau

Inzoomen en uitzoomen

* Wisselen van schaalniveau

    - naar een hoger niveau: uitzoomen

    - naar een lager niveau: inzoomen

* Uitzoomen naar een hoger schaalniveau helpt je de situatie op een plaats beter te begrijpen, omdat je het gebied eromheen ziet

Als je ........ ga je naar een hoger schaalniveau

1. Inzoomt
2. uitzoomt

Waarom is het soms handig om van schaalniveau te veranderen?

Centrum en periferie op een ander schaalniveau

* Centrum en periferie vind je op:

- Lokaal schaalniveau

- Nationaal schaalniveau

- Mondiaal schaalniveau

Zelfstandig werken

* Maak 3.4 op bladzijde 62 en 63

Klaar?

* Maak Test Jezelf & Flitskaarten van 3.4

* Check of je 3.1, 3.2 en 3.3 helemaal af hebt 

Zelfstandig werken

* Check of je alle paragrafen af hebt:3.1, 3.2, 3.3, 3.4

* Maak de Test Jezelf van alle paragrafen

* Oefen ook met flitskaarten en oefentoetsen 

Zelfstandig werken

* Leren voor de toets

Klaar met de toets?

* 3.1 maken

* 3.6 maken