Les 14 Eindtoets verkeer blokboek 6

Op stap met Bjorn en Mirjam
Lees ook de teksten tussendoor goed! 
Je ziet de puntentelling: Zo haal je een 10!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
VerkeerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Op stap met Bjorn en Mirjam
Lees ook de teksten tussendoor goed! 
Je ziet de puntentelling: Zo haal je een 10!

Slide 1 - Slide

Bjorn en Mirjam wonen naast elkaar. Ze leren paardrijden. 
Twee keer per week rijden ze samen naar de manege. 
je mag nu met ze mee rijden. 
Bjorn en Mirjam kennen de verkeersregels goed en passen deze ook goed toe. 

Slide 2 - Slide

let op! 
Bij elk plaatje staan steeds 2 zinnen. Slechts 1 zin is goed. 

Slide 3 - Slide

Bjorn en Mirjam gaan naar de manege. Ze willen wegrijden. (0,5p)
A
Ze kunnen meteen weg rijden
B
Ze kunnen beter eerst achterom kijken.

Slide 4 - Quiz

Daar rijden ze.
op weg naar de manege.
Het is nogal druk. ze moeten linksaf. (0,5p)
A
ze maken de bocht naar links zo klein mogelijk
B
ze maken de bocht naar links zo groot mogelijk.

Slide 5 - Quiz

Ze zijn nu in een brede straat.
Daar worden ze door heel wat auto's ingehaald. (0,5p)
A
Ze kunnen de vrachtauto nu wel voorbij.
B
Ze kunnen de vrachtauto nu beter niet voorbij

Slide 6 - Quiz

Ze komen nu bij een kruispunt. Er komt een bromfietser van links. Van rechts komt er niets aan.
(0,5p)
A
De bromfietser moet voorrang geven
B
Bjorn en Mirjam moeten voorrang geven.

Slide 7 - Quiz

Bjorn en Mirjam komen weer bij een kruispunt. Ze geven de auto voorrang.
(0,5p)
A
Omdat de auto van rechts komt.
B
Omdat de auto linksaf moet.

Slide 8 - Quiz

Bjorn en Mirjam naderen een dit kruispunt(0,5p)
A
Ze geven aan beide auto's voorrang
B
Ze geven alleen voorrang aan de auto van rechts.

Slide 9 - Quiz

Daar is de rijbaan opgebroken.
(o,5p)
A
Bjorn en Mirjam moeten op de auto wachten.
B
De auto moet op Bjorn en Mirjam wachten.

Slide 10 - Quiz

Bjorn en Mirjam zijn er bijna. Nu moeten ze nog één straat door. (0,5p)
A
De bocht naar rechts nemen ze ruim
B
De bocht naar rechts nemen ze klein.

Slide 11 - Quiz

Ze zijn nu bij de oprijlaan naar de manege. Kijk goed wat er op het onderbord staat. (0,5p)
A
Ze mogen de oprijlaan inrijden
B
Ze mogen lopend de oprijlaan in.

Slide 12 - Quiz

Bjorn en Mirjam hebben hun doel bereikt. 

we kijken verder naar de fietstocht van Marco en Patrick 

Slide 13 - Slide

Marco heeft met Patrick een afspraak gemaakt. 
ze zullen samen naar het zwembad gaan. Het zwembad is nogal een eind weg. 
Je mag met ze meerijden. 
Marco en Patrick kennen de verkeersregels goed en passen deze ook goed toe. 

Slide 14 - Slide

let op 
Bij elk plaatje staan 2 of 3 zinnen. Slechts één zin is goed. 

Slide 15 - Slide

Marco en Patrick zijn al op pad.
Hun fiets is in orde hoor!
Ze komen nu bij een straat.
(0,5p)
A
Die straat mogen ze van deze kant niet inrijden.
B
Die straat mogen ze van deze kant wel inrijden.

Slide 16 - Quiz

er komt uit een zijstraat een bromfietser. de bromfietser wil linksaf. (1p)
A
De bromfietser moet hun voorrang geven, want de jongens komen van rechts.
B
Zij moeten de bromfietser voorrang geven, want die komt van rechts.
C
Wie het eerst de kans krijgt om door te rijden mag voorrang nemen.
D
De bromfietster moet voorrang krijgen want de fietsers komen van rechts.

Slide 17 - Quiz

Ze naderen een beveiligde spoorwegovergang. De bomen gaan omhoog
(0,5p)
A
Ze mogen nu al doorrijden
B
Ze moeten nu nog wachten

Slide 18 - Quiz

Marco en Patrick komen nu bij een drukke voorrangsweg. Ze moeten rechtsaf (0,5p)
A
Ze moeten alleen stoppen, als er verkeer op de voorrangsweg nadert.
B
Ze moeten voor de stopstreep stoppen, ook als er op de voorrangsweg geen verkeer nadert.

Slide 19 - Quiz

Daar is weer een gevaarlijk kruispunt. Het verkeer wordt door verkeerslichten geregeld. 

"ik ga Theo ophalen!" roept Marco 
"bij het verkeerslicht ga ik rechtsaf."

"goed!" roept Patrick. "ik ga rechtdoor. We zien elkaar straks bij het pompstation"

Slide 20 - Slide

Wat moeten ze doen? (0,5p)
A
Ze blijven beiden op de rechter strook
B
Marco blijft rechts rijden en Patrick gaat op de middelste strook rijden.

Slide 21 - Quiz

Patrick is rechtdoor gereden. Hij ziet een zebrapad. De vrachtauto staat daar stil. De voetgangers ziet hij niet. (1p)
A
Patrick rijdt door over het zebrapad.
B
Patrick stopt ook vóór het zebrapad
C
Patrick belt heel hard.
D
Patrick mag zelf kiezen of hij doorrijdt of stopt

Slide 22 - Quiz

Marco komt weer bij een spoorwegovergang
(0,5p)
A
Hij kan doorrijden, want het witte licht knippert.
B
Hij kan beter niet doorrijden, want als het witte licht knippert waarschuwt een rinkelende bel, dat er een trein aankomt.

Slide 23 - Quiz

Nu zijn ze met z'n drieën. Ze rijden nog steeds in de stad.
(0,5p)
A
Ze wachten, tot de bus is weggereden.
B
Ze rijden de bus voorbij.

Slide 24 - Quiz

Nu zijn ze dicht bij het zwembad.
Ze moeten nog over het kruispunt.
Daar nadert verkeer, van links en van rechts. (0,5p)
A
Ze hebben daar voorrang
B
Ze hebben daar geen voorrang

Slide 25 - Quiz

De drie jongens zijn bij het zwembad. 

goed gedaan!! je bent klaar

Slide 26 - Slide