This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat is het verschil tussen een uurtarief en een dagprijs?
A
Een dagprijs is altijd exclusief btw, een uurtarief niet
B
Een uurtarief is het bedrag per werkdag, een dagprijs per opdracht
C
Een uurtarief geldt per gewerkt uur, een dagprijs geldt voor een hele werkdag
D
Er is geen verschil, beide zijn hetzelfde
Slide 6 - Quiz
Wat is het doel van een voorcalculatie bij een mediaproductie?
A
Achteraf vastleggen welke kosten je gemaakt hebt
B
Een indicatie geven van de verwachte kosten vóór de start van de productie
C
Verantwoorden waarom de klant te veel betaalt
D
Een contract sluiten met het team
Slide 7 - Quiz
Wat betekent het als een bedrag ‘excl. btw’ is?
A
De btw is al meegerekend
B
Je betaalt de btw apart bovenop het bedrag
C
Er wordt geen btw gerekend
D
De btw is al afgetrokken
Slide 8 - Quiz
Wat is een logische reden om een post ‘onvoorzien’ op te nemen in een begroting?
A
Voor het geval iemand een hoger tarief vraagt
B
Om extra winst te maken
C
Voor onverwachte kleine kosten zoals extra batterijen of extra draaidag
D
Omdat je anders geen btw mag rekenen
Slide 9 - Quiz
Een opdrachtgever geeft aan dat het budget voor een mediaproductie €2.500 is, exclusief 21% btw. Hoeveel geld mag je dan opnemen in je kostenberekening (dus voor werkuren, apparatuur, reiskosten, etc.)?