This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Mensen zonder baan of andere uitkering komen in aanmerking voor een bijstandsuitkering.
- Sociaal minimum: het bedrag wat mensen minimaal nodig hebben om in hun levensonderhoud te voorzien.
Sociaal minimum:
- moet hoog genoeg zijn om van te leven en deel te nemen aan de slv.
- moet laag genoeg zijn zodat:
1. het meer oplevert als je gaat werken en:
2. mensen bereid zijn om er (via belastingen) aan mee te blijven betalen.
- Minimumbehoeftefunctie: moet sociaal minimum zijn.
- Loondervingsfunctie: zorgen voor inkomen bij ziekte, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid.
- Equivalentiebeginsel: er is evenredigheid tussen de premie die je betaald hebt en de hoogte van de uitkering die je krijgt.
- de WWB (bijstand) is opgezet vanuit het solidariteitsbeginsel. Hogere inkomens betalen meer belasting maar krijgen geen hogere uitkering.
Alg. Wet Bijz. Ziektek. (AWBZ)
Kosten voor verpleeghuis of psych. inrichting.
Zorgverz.wet (ZvW)
Kosten huisarts en ziekenhuis. = Verplichte verzekering met eigen risico.
Omslagstelsel
Uitkeringen worden betaald van belastingen en premies (in NL). De werkenden nu betalen voor de uitkeringen van nu.
Kapitaaldekkingsstelsel
Premies van nu worden gespaard voor later en via beleggingen worden de uitkeringen betaald.