• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

H3.2 leestekens en tekens bij woorden

Nederlands - Taalverzorging

Leestekens en tekens bij woorden 2F
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands - Taalverzorging

Leestekens en tekens bij woorden 2F

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met je?

Slide 2 - Mind map

Welke leestekens ken je?
Noem er vier.


Slide 3 - Open question

Wat is het doel van leestekens?


Slide 4 - Open question

Uitleg leestekens - punt

Punt: achter elke zin


Ik laat de hond uit.


Slide 5 - Slide

Uitleg leestekens - komma (1)
  • tussen 2 gezegden

        Als jij de hond uitlaat, bak ik alvast de pannenkoeken.


  • in een opsomming
       Bij de bakker koop ik brood, krentenbollen , croissantjes en 
      koekjes.










Slide 6 - Slide

Uitleg leestekens - komma (2)
  •  voor een voegwoord     
      Dat vind ik een goed idee, want dan zijn we op tijd klaar.

  • in een lange zin  

       Het is een belangrijk, dat er in de bodem voldoende voedingstoffen aanwezig zijn.















Slide 7 - Slide

Uitleg leestekens - komma (3)
Uitzondering
Je schrijf géén komma bij het woord 'en' en 'of' .

Eerst ga ik die schoolopdracht nog afmaken en daarna lekker weekend houden.  


Slide 8 - Slide

1. In welke zin staan de leestekens goed?
A
Vanmorgen was ik te laat doordat ik mij had verslapen
B
Vanmorgen was ik te laat, doordat ik mij had verslapen
C
Vanmorgen was ik te laat, doordat ik mij had verslapen.
D
Vanmorgen was ik te laat doordat ik mij had verslapen.

Slide 9 - Quiz

2. In welke zin staan de leestekens goed?
A
Terwijl ik de werkplaats opruim, zet mijn collega de tractoren binnen.
B
Terwijl ik de werkplaats opruim, zet mijn collega de tractoren binnen
C
Terwijl ik de werkplaats opruim zet mijn collega de tractoren binnen.
D
Terwijl ik de werkplaats opruim zet mijn collega de tractoren binnen

Slide 10 - Quiz

4. In welke zin staan de leestekens goed?
A
De les van meneer Jansen vervalt vandaag omdat hij ziek is
B
De les van meneer Jansen vervalt vandaag, omdat hij ziek is.
C
De les van meneer Jansen vervalt vandaag omdat hij ziek is.
D
De les van meneer Jansen vervalt vandaag, omdat hij ziek is

Slide 11 - Quiz

5. In welke zin staan de leestekens goed?
A
Ik wens je een goede reis en veel plezier op de camping in Frankrijk.
B
Ik wens je een goede reis, en veel plezier op de camping in Frankrijk
C
Ik wens je een goede reis, en veel plezier op de camping in Frankrijk.
D
Ik wens je een goede reis en veel plezier op de camping in Frankrijk

Slide 12 - Quiz

6. In welke zin staan de leestekens goed?
A
In de supermarkt heb ik chips fanta cola en chocolade gekocht
B
In de supermarkt heb ik chips fanta cola en chocolade gekocht.
C
In de supermarkt heb ik chips, fanta, cola en chocolade gekocht
D
In de supermarkt heb ik chips, fanta, cola en chocolade gekocht.

Slide 13 - Quiz

Uitleg leestekens - aanhalingstekens
  • Als je citeert (woord of zin letterlijk overnemen uit tekst).

       "Ik accepteer en respecteer de ander zoals hij/zij  is."                          = geciteerd uit de Schoolgids

  • Opschrijven wat iemand precies zo heeft gezegd.

       Nienke zei:  " Ik zie je vanmiddag om 15.00 uur bij de          

        bushalte."

Slide 14 - Slide

Uitleg leestekens- dubbele punt
  • na aankondiging van opsomming
"Je kunt kiezen uit de volgende activiteiten: streetdance, yoga of hockey"
  • om een citaat aan te kondigen
"Hij zei: "dit pik ik niet!"
  • voor een uitleg 
"Zo begin je een zakelijke brief: ..."

Slide 15 - Slide

1. Kloppen de leestekens?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: "Mijn fiets staat nog op school."
C
Sanne zegt: "Mijn fiets staat nog op school"
D
Sanne zegt "Mijn fiets staat nog op school."

Slide 16 - Quiz

2. Kloppen de leestekens?
A
Robin zei: "Wie gaat er mee naar de Mac?"
B
Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Robin zei "Wie gaat er mee naar de Mac?"

Slide 17 - Quiz

Tekens bij woorden- apostrof 
  • Bij meervoud en bezit na -a, -i, -u, -e, o, y, als je het anders gek uit zou spreken
agenda's, logo's, tosti's, Lisa's auto's
  • bezit na een -s klank 
Max' tas, Bas' verjaardag
  • bij weglating 
's middags, 's-Gravenhage 
  • bij afkortingen (cijfer- of letterwoord) 
a4'tje, mbo'er 

Slide 18 - Slide

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
agenda's, auto's, 's ochtends, Lars' scooter
B
agenda's, auto's, s ochtends, Lars scooter
C
agendas, autos, 's ochtends, Lars' scooter
D
agenda's, autos, 's ochtends, Lars's scooter

Slide 19 - Quiz

Tekens bij woorden- trema
  • als je een letter apart uitspreekt. Klinkt soms als "ieje" of "ijee"
België, officiële, zeeën 

Slide 20 - Slide

Welke woord moet met een trema?
A
cafe
B
kopieer
C
fantasie
D
Hygiene

Slide 21 - Quiz

Tekens bij woorden- accent
  • om aan te geven dat de klank lang (é) of kort (è/ê) wordt uitgesproken 
coupé, scène, enquête
  • om klemtoon aan te geven (alleen naar réchts) 
dat moet je zéker doen! 
  • Klinken vaak Frans

Slide 22 - Slide

Welke kant moet het streepje op bij de volgende woorden: oke, cafe, prive
A
Links
B
Rechts

Slide 23 - Quiz

Tekens bij woorden- weglatingsstreepje
  • Om aan te geven dat je een deel van het woord weglaat 
voor- en achterkant, in- en uitvoer, in- en uitrijden

Slide 24 - Slide

Hoe zou je deze twee woorden samenvoegen met een weglatingsstreepje? Import en export

Slide 25 - Open question

Apostrof
Trema

Accent
tv's
paraplu's 
patiënt
crèche 
enquête 

Slide 26 - Drag question

More lessons like this

Leestekens en tekens bij woorden

September 2022 - Lesson with 31 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

Leestekens en tekens bij woorden

December 2023 - Lesson with 19 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

1 dec BMF

November 2023 - Lesson with 51 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

15 december BMF1- 3.3 Meervoud en 3.1 en 3.2 herhalen

December 2023 - Lesson with 38 slides

taalverzorging 3.2 leestekens en tekens bij woorden

April 2023 - Lesson with 21 slides
NederlandsMBO

2023_02_09 NED TV 2.3

February 2024 - Lesson with 17 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

P3 W3.2 H5gramm 5.1, 5.2 herh 5.3 uitleg

March 2022 - Lesson with 12 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

Taalverzorging 3.2 Tekens bij woorden

April 2024 - Lesson with 27 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings