4V Schrijfvaardigheid - de Franse woordvolgorde + foutenanalyse

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

On va réviser l'ordre des mots dans la phrase!

1 / 39
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

On va réviser l'ordre des mots dans la phrase!

Slide 1 - Slide

Standaard zinsvolgorde 
Bepalingen van tijd - onderwerp - ww gezegde - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - bepalingen van plaats/tijd

Voorbeelden
 Hier           ma soeur    a écrit         une lettre           à ma mère 
 Demain    je                    vais faire   mes devoirs      à l'école

Slide 2 - Slide

REGEL 1: Alle werkwoorden staan altijd bij elkaar!
Voorbeelden:
- Nous sommes en vacances en France.
- Nous sommes allés en vacances en France.
- Nous allons aller en vacances en France.
- Nous irons en vacances en France
- Nous avons voulu aller en vacances en France

Slide 3 - Slide


1. De bepaling van tijd staat in het Frans aan het begin of het einde van de zin.
   Après, on va manger ensemble.                          Daarna gaan we samen eten.

2. De bepaling van plaats staat in het Frans meestal aan einde van de zin.
    On va manger ensemble au restaurant.            We gaan samen eten in het restaurant.

3.  Als je een tijd- en een plaatsbepaling in één zin hebt, heb je 2 opties:
-    eerst de tijd (vooraan) en dan de plaats (achteraan).
     Cet après-midi, je vais jouer de la guitare dans ma chambre.
     (ik ga vanmiddag gitaar spelen in mijn kamer)

-  Je zet ze beide achteraan met eerst de plaats en dan de tijd
    Je vais jouer de la guitare dans ma chambre cet après-midi.


Woordvolgorde: bepalingen van tijd en plaats

Slide 4 - Slide

Woordvolgorde Frans: ontkennende zin
REGEL 2: de ontkenning staat altijd om het 1e ww!



1. Vanavond, heeft Eva geen cadeau aan haar broer gegeven
    Ce soir, Eva  n' a pas donné de cadeau à son frère.

2. ik ga morgen geen jurk kopen
    Je ne  vais pas acheter de robe demain.

3.  Ik zal volgende week niet naar school kunnen gaan
      La semaine prochaine je ne pourrai pas aller à l'école


Slide 5 - Slide

NE ...persoonsvorm/1e ww... PAS/PLUS/RIEN etc.
voorbeelden:
Je ne veux pas aller en France.                         (gezegde = veux aller)
Tu n' es plus allé en vacances en France.    (gezegde= es allé)
Elle n' a jamais été en France.                           (gezegde= a été)
Nous n' avons rien pu faire en France.          (gezegde= avons pu                                                                                                                                faire)

Slide 6 - Slide

Plaats van het bijwoord
De plaats van het bijwoord is afhankelijk van waar het betrekking op heeft. 

Op de hele zin : helemaal vooraan 
Heureusement, mon prof ne sera jamais remplacé par un robot 

Op een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord : direct vóór het bijv.nw of het bijwoord.
Je pense que c'est une très bonne idée.
Il a trop vite changé d'avis.

Op een ww : direct achter de persoonsvorm (= het 1e ww) behalve als deze ontkennend is, dan na het 2e deel van de ontk.
J' aime beaucoup les fraises
Je n' aime pas beaucoup les fraises

J' ai toujours détesté les notes. 
Je n' ai pas toujours détesté les notes

Slide 7 - Slide

Als LV en MV znw zijn:
REGEL 3: eerst LV daarna MV (beiden na gezegde)
Nous avons donné des cadeaux à nos amis

Le prof va enseigner les maths à ses élèves

Le guide raconte l'histoire du monument historique au touriste

Le chien n' a pas apporté la balle à son maître

Slide 8 - Slide

Plaats van het voornaamwoord LV / MV


infinitif/heel ww in de zin? =>   vóór het hele ww        Il   va  le  faire
Anders:                                       =>    vóór het 1e ww            Il   l'  a  fait

Ontkenning  altijd  om  1e ww  (met het vnw als die er ook is):
il   ne   va   pas   le   faire
Il   ne   l'   pas   fait

Slide 9 - Slide

In het Frans is de woordvolgorde hetzelfde als in het Nederlands.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Welk woord staat niet op de goede plaats?
Heureusement elle veut demain courir les magasins avec moi.
A
heureusement
B
demain
C
courir
D
avec moi

Slide 11 - Quiz

Welk woord staat niet op de goede plaats?
Il n'a pas fait bien ses devoirs

A
n'
B
pas
C
fait
D
bien

Slide 12 - Quiz

Welk woord staat niet op de goede plaats?
Tu me veux donner ce livre la semaine prochaine?
A
me
B
donner
C
ce livre
D
la semaine prochaine

Slide 13 - Quiz

De Franse woordvolgorde gaat zo:
A
1. onderwerp 2. hulpwerkwoord 3.de rest
B
1. onderwerp 2. voltooid deelwoord 3. de rest
C
1. onderwerp 2. ALLE werkwoorden 3. de rest
D
1. de rest 2. onderwerp 3. ALLE werkwoorden

Slide 14 - Quiz

conseillé de - m'- manger des pâtes - elle- a

Slide 15 - Open question

ont-leur temps d'entraînement - les athlètes - réduit

Slide 16 - Open question

s'est - 10 heures- elle - par semaine- pendant six mois - entraînée - ne - pas

Slide 17 - Open question

ne- pas- les sportifs - de vitamines - vont - manquer

Slide 18 - Open question

a- pour ses fans - le chanteur français - l'année dernière - un grand concert- donné

Slide 19 - Open question

lui - envoyé - les devoirs - l'élève - par mail - heureusement - a

Slide 20 - Open question

veulent- une carte postale - bien -les filles - envoyer - à leur idole

Slide 21 - Open question

dans le monde entier - elle - devenue- célèbre- très - est

Slide 22 - Open question

des questions - pu - à la rappeuse- ont- hier - mes amis- poser

Slide 23 - Open question

ne - depuis cette année - prof - plus - leur - de notes - donne

Slide 24 - Open question

pas -le musicien - la vérité - va - aux médias - ne - dire

Slide 25 - Open question

à un prof - en 2050 - leurs questions - les élèves - depuis leur propre maison - poseront

Slide 26 - Open question

manuels - ont - les - l'année dernière - scolaires - changé - de français - beaucoup

Slide 27 - Open question

éducatifs - ans - à -élèves - jouer - l'avenir - à l'école - à des jeux vidéo - vont

Slide 28 - Open question

ne - nouveau - mes - le système d'évaluation - comprennent - pas du tout - parents

Slide 29 - Open question

woordvolgorde
LET op: we gaan stapsgewijs werken. Je hebt steeds 30 seconden per slide waarna je je antwoord in de volgende slide invoert. we beginnen met een voorbeeld. 
- VORIG JAAR  IS ONZE SCHOOL GESTART MET EEN PROJECT 
  • Omcirkel het onderwerp van de Nederlandse zin.
  • onderstreep het gezegde (hulpwerkwoord/ voltooid deelwoord) van de Nederlandse zin. 
  • Zet de tijdsbepaling tussen haakjes.


Slide 30 - Slide

oefenzin 1:
Onlangs is onze school gestart met (= lancer) een nieuw project.
Schrijf opnieuw de Nederlandse zin maar met een Franse standaard zinsvolgorde :

Slide 31 - Open question

Standaard zinsvolgorde Frans
bepalingen van tijd - Onderwerp - ww gezegde - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - bepalingen van plaats/tijd


Slide 32 - Slide

oefenzin:
Onlangs is onze school gestart met (= lancer) een nieuw project.
Vertaal de zin in het Frans.

Slide 33 - Open question

Standaard zinsvolgorde Frans
bepalingen van tijd - Onderwerp - ww gezegde - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - bepalingen van plaats/tijd


Récemment notre école a lancé un nouveau projet 


Slide 34 - Slide

Ex. 39 p.75. Zin 1:
Onlangs is onze school gestart met een nieuw project om het onderwijs te verbeteren.
Herschrijf de Nederlandse zin met een Franse standaard woordvolgorde

Slide 35 - Open question

Ex. 39 p.75. Zin 1:
Onlangs is onze school gestart met een nieuw project om het onderwijs te verbeteren.
Vertaal de zin in het Frans.

Slide 36 - Open question

Standaard zinsvolgorde Frans
bepalingen van tijd - Onderwerp - ww gezegde - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - bepalingen van plaats/tijd


Récemment notre école a lancé un nouveau projet pour améliorer l'enseignement.


Slide 37 - Slide

Ex. 39 p.75. Zin 2:
Vorige week hebben wij al een paar zeer goede veranderingen voorgesteld.

Herschrijf de Nederlandse zin met een Franse standaard woordvolgorde

Slide 38 - Open question

Ex. 39 p.75. Zin 2:
Vorige week hebben wij al een paar zeer goede veranderingen voorgesteld.

Vertaal de zin in het Frans.

Slide 39 - Open question