Hybride les 4.7 Grammatica les 1&2

11
Welkom!
Leg op tafel
Laptop
Tekstboek
Schrift
Log in
LessonUp
pincode

2
3
Maak
Opdracht op je tafel
1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

11
Welkom!
Leg op tafel
Laptop
Tekstboek
Schrift
Log in
LessonUp
pincode

2
3
Maak
Opdracht op je tafel
1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Nakijken instap opdracht
Nakijken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Nakijken instap opdracht
Antwoorden
Zn.  ww. lw. bn.          zn.    
vz.    bn.      zn.          vz.  bn. 
zn.      zn.        zn.    ww.      lw.     bn.     zn. 
lw.   bn.          zn.             ww.              bn.        bn.             zn.  
bn.              zn.     ww.  lw.   zn.            bn.            zn.  
zn.     vz.         bn.       zn.  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doel:
Je leert de woordsoorten bijvoeglijk naamwoord en voorzetsel benoemen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Planning

Nakijken inloop opdracht
Doel bespreken
Groep verdelen
Stof behandelen
Samen oefenen
Aan de slag
Afsluiting

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Groep verdelen
0, 1 of 2 fout?

Sla opdracht 3, 4, 9, 10 over

Schrijf de aantekeningen over met de klassencode

Werk op het leerplein
Meer fout?

Doe mee met de instructie en maak de opdrachten

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoorden

  • Zegt iets over zelfstandig naamwoorden.
  • Geeft extra informatie over dat zelfstandige naamwoord.
  • BN staat vaak voor ZN, maar kan er ook achter staan.
      de snelle auto
      de auto is snel




Voorzetsels 

  • Staan nooit alleen: het hoort bij een of meer andere woorden
  • Een voorzetsel vind je door het vóór 'de kast' of 'de vakantie te zetten:
     op de kast
     achter de kast
     na de vakantie



Slide 7 - Slide

uitleg geven. de kinderen nog niets op laten schrijven. dit doen zij pas bij de zelfstandige verwerking. dan loggen zij in met de klassencode en kunnen zij op hun eigen tijd dit maken. 
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 8 - Open question

bespreek steeds bij welk zelfstandig naamwoord ze horen
Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord
A
snelle
B
meningen
C
stoelen
D
bruggen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Het bijvoeglijk naamwoord in de zin:
Er zijn veel meningen over die hoge brug.
A
zijn
B
veel
C
hoge
D
brug

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Het bijvoeglijk naamwoord in de zin:
Aan de overkant staat een mooie, rode villa.
A
aan , de
B
rode
C
mooie
D
mooie, rode

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorzetsel?
Geef voorbeelden

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

In welke zin staat een voorzetsel?
A
Ik ben al heel lang thuis.
B
Ik ga volgende week op vakantie.
C
Het sneeuwt buiten vandaag.
D
De bel doet het vandaag niet.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Het voorzetsel in de zin:
Aan de overkant staat een mooie, rode villa.
A
aan
B
de
C
mooie
D
een

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Het voorzetsel in de zin:
Ik loop langs het grote huis.
A
loop
B
langs
C
grote
D
huis

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

In welke zin is 'op' een vz?
A
Ik eet mijn broodje op in de zon.
B
Ik eet mijn broodje op een muurtje in de zon.

Slide 16 - Quiz

in is in beide zinnen ook een vz

bij a komt op van het ww opeten
Aan de slag
Schrijf de aantekeningen over

Maak §4.7 (blz 68)


Klas klaar?
Doe een van de spellen
Kijk hierbij ook naar wat je al gehad hebt
Leerplein klaar?
Doe een van de spellen
Kijk hierbij ook naar wat je gehad hebt en wat er gaat komen
Tot het einde van de les de tijd

Slide 17 - Slide

Eerst zorgen dat de aantekeningen zijn opgeschreven, dan aan de slag.

kijk goed naar hoe de opdrachten gemaakt worden.
let op:
opdracht 7: reclame tekst maken, volledig, interpunctie, veel bn.
opdracht 10b en 12 mogen de kinderen maken wanneer zij klaar zijn met de andere opdrachten (duo die ook klaar is)
opdracht 16: tekst schrijven, volledig, interpunctie, goed naar de punten kijken


Ik weet wat bn en vz zijn en ik kan ze gebruiken.
Helemaal mee eens
Mee eens
Een beetje
Mee oneens
Helemaal mee oneens

Slide 18 - Poll

This item has no instructions