voltooid deelwoord

Guten Morgen!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Guten Morgen!

Slide 1 - Slide

Zürich

Slide 2 - Slide

Der Unterrichtplan

- Rückblick  
- Kapitel 6 Lektion Aufg. 1, 2 und 5 kontrollieren
- Erklärung das Perfekt = het voltooid deelwoord
- Aufg. 7 bis einschl. 11 machen
- Lied mit Fragen
 -  Evaluation. 










 

Slide 3 - Slide

Lernziel: 

Du kannst das Perfekt bilden. (= je kunt het voltooid deelwoord maken) 


Slide 4 - Slide



Hausaufgaben:
Aufg. 1,2 und 5 kontrollieren. 

Slide 5 - Slide

Het voltooid deelwoord

Slide 6 - Slide

schwaches 
starkes 
oder 

Slide 7 - Slide

Hhmm....... wat is eigenlijk het voltooid deelwoord?

Slide 8 - Slide

Kijk naar de onderstaande zinnen
Ik heb brood gegeten.
Piet heeft een vuurtje gestookt.
Saskia heeft de fiets gemaakt.
Jan is naar Enschede gegaan.

Slide 9 - Slide

Ahhh ik weet het al......
Als je wil vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.
Dus je vertelt iets in de verleden tijd. 

Slide 10 - Slide

 Hoe maak je een voltooid deelwoord in het Duits?

Slide 11 - Slide

zwakke werkwoorden Duits
(dus waarvan de klinker niet verandert in de verleden tijd)

Slide 12 - Slide

Zwakke werkwoorden
  • vdw -> ge + stam + t   + (vorm van haben, sein)
  • gewohnt
  • gespielt
  • eindigt altijd op -t

Slide 13 - Slide

Ich habe gewohnt
Er hat gespielt

Slide 14 - Slide

werkwoorden met stam op -d/-t

vdw is:   ge-stam-et
                  bijv. warten vdw: gewartet             melden vdw: gemeldet

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

werkwoorden op -ieren
bijv: studieren
              gratulieren
krijgen alleen een -t achter de stam,
dus: stam + t
vdw: gratuliert


Slide 17 - Slide

sterke werkwoorden Duits

Slide 18 - Slide

Sterke werkwoorden
  • Klinkerwisseling in de verleden tijd
  • Nederlands sterk > Duits meestal ook sterk
  • voltooid deelwoord begint met: ge+ .....?.... + en
  • Het VDW moet je leren --> Zoek deze op in je boek

Bijv.  geschwommen, gekommen, gelaufen


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

werkwoord haben
ich habe
du hast
er/sie/es hat
wir haben
ihr habt
sie/Sie haben
werkwoord sein
ich bin
du bist
er/sie/es ist
wir sind
ihr seid
sie/Sie sind

Slide 21 - Slide

werkwoord haben
ich habe
du hast
er/sie/es hat
wir haben
ihr habt
sie/Sie haben
werkwoord sein
ich bin
du bist
er/sie/es ist
wir sind
ihr seid
sie/Sie sind
Lees nu nog aanvullend het stukje over scheidbare en niet scheidbare werkwoorden bij Grammatica A blz. 105



Slide 22 - Slide

Macht jetzt selbstständig: Lektion1 Aufg.  7 bis einschl. 11  machen 






Fertig? lernen Wörter Lektion 1
Woordentrainer (online methode "Na Klar")

Lied mit Fragen! 
timer
10:00

Slide 23 - Slide

                               



                        Hausaufgaben: Kapitel 6 Lektion 1 Aufg. 
                        7 bis einschl. 11



Slide 24 - Slide