What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 15
huiswerk
www.coutinho.nl
Zullen – waarschijnlijkheid
Futurum
nieuwe woorden gebruiken
bezoek de sportschool met vragen
vraag te antwoorden in Engels, spreek Nederlands
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Beroepsopleiding
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
huiswerk
www.coutinho.nl
Zullen – waarschijnlijkheid
Futurum
nieuwe woorden gebruiken
bezoek de sportschool met vragen
vraag te antwoorden in Engels, spreek Nederlands
Slide 1 - Slide
Maak een foto op weg naar huis van iets bijzonders.
Beschrijf wat je ziet en waarom jij het bijzonder vindt.
Hoofdstuk 16
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
aanstaande...
afgelopen
binnenkort
dan
eergisteren
... geleden
gisteren
komende ...
morgen
nu
op dat moment
op dit moment
ooit
over ...
overmorgen
straks
tegenwoordig
toen
vandaag
voorbij
vorige ...
vroeger
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
liedje
Welke melkproducten ken je?
------
Welke informatie krijg je over koeien?
Welke melkproducten hoor je in het liedje?
Brigitte Kaandorp
Slide 9 - Slide
Koeien
Ze staan op zaterdagmiddag bedaard in de wei.
Er staan altijd koeien stil.
Ze staan bij de badkuip met water.
Of ze staan met hun staart in de lucht bij het spoor.
melk, karnemelk,
boter, yoghurt,
biogarde,
vla:
chocoladevla, vanillevla, hopjesvla, blanke vla, gele vla,
room: zure room, slagroom, crème fraîche,
halvamelk, koffieroom,
yo-go yo-go, tjolk, fristi,
biest, hangop,
jan-in-de-zak
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
het-woorden
de-woorden
Ik heb een mooie trui gezien.
Ik wil die graag kopen.
Ik wil de trui graag kopen.
Ik heb een mooi t-shirt gezien.
Ik wil het t-shirt graag kopen.
Ik wil dat graag kopen.
die
dat
Demonstratief pronomen
zelfstandig
Slide 13 - Slide
het-woorden
de-woorden
Ik heb een mooie trui gezien.
Ik wil die graag kopen.
Ik wil de trui graag kopen.
Ik heb een mooi t-shirt gezien.
Ik wil het t-shirt graag kopen.
Ik wil dat graag kopen.
die
dat
Slide 14 - Slide
het-woorden
de-woorden
Ik heb een mooie trui gezien.
Ik wil die graag kopen.
Ik wil de trui graag kopen.
Ik heb een mooi t-shirt gezien.
Ik wil het t-shirt graag kopen.
Ik wil dat graag kopen.
die
dat
die - personen
die
Jan en Henk wachten op de trein?
De jongens wachten.
Die wachten op de trein.
Slide 15 - Slide
Ik heb een mooie trui gezien.
Ik wil die graag kopen.
Zullen we naar het strand gaan?
Dat vind ik een goed idee.
een mooie trui
naar het strand gaan
Ik heb een mooi t-shirt gezien.
een mooi t-shirt
Ik wil dat graag kopen.
die
dat
dat
die
Jan en Henk wachten op de trein?
Jan en Henk
Die wachten op de trein.
Demonstratief pronomen
het-woorden
de-woorden
die - personen
hele zin
zelfstandig
Slide 16 - Slide
presenteren
plural
singular
Dit zijn mijn ouders.
de mooie trui
Dit is de trui. Die heb ik gekocht.
de goede ideeën
Dat zijn goede ideeën.
Dat is jouw koffiekopje.
dit/dat is
dit/dat zijn
Dat zijn mijn dochters.
Dat is mijn boek.
Dat is een bureau.
Dat is een vulpen.
Demonstratief pronomen
presenteren
Slide 17 - Slide
Waar is je tas?
O jee, ___ heb ik in de trein laten staan!
A
die
B
dat
Slide 18 - Quiz
Ga je met het vliegtuig naar Hamburg?
Nee, ___ is veel te duur.
A
die
B
dat
Slide 19 - Quiz
Hoeveel kostte jouw fiets?
___ was € 250,-.
A
die
B
dat
Slide 20 - Quiz
Zijn Christoph en Jenny er nog niet?
Nee, ___ zijn altijd te laat.
A
die
B
dat
Slide 21 - Quiz
Hoe oud is die molen?
___ is 250 jaar oud.
A
die
B
dat
Slide 22 - Quiz
Heb je het huiswerk gemaakt?
Ja, ___ heb ik gedaan.
A
die
B
dat
Slide 23 - Quiz
Wat zijn dat voor pony’s?
___ zijn shetlandpony’s.
A
die
B
dat
Slide 24 - Quiz
Komt Willem dit weekend?
Nee, ___ moet helaas werken.
A
die
B
dat
Slide 25 - Quiz
We moeten de rekening nog betalen.
Nee, Peter heeft ___ al gedaan.
A
die
B
dat
Slide 26 - Quiz
Mag ik even naar het toilet?
Ja hoor, ___ is boven.
A
die
B
dat
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
fimpje
Nederland heeft ook bergen!
Wat zie je?
Slide 30 - Slide
Wat zie je?
vlak land,
heuvels,
boerenhoeves,
beekjes,
vakwerkhuizen,
bord met helling van 22%,
wielrenners met helm,
tourfietsers,
vogeltje,
landschap,
gele sportauto,
Italiaanse weg,
bloemen,
kasteel Doorwerth,
bos,
paarden,
bord ‘Let op paddentrek’,
paard-en-wagen,
wandelaar,
polder met windturbines.
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
'Gastvrij'
fotograaf
Fred Ottens
Slide 33 - Slide
uitspraak
ng - ing- nk
Slide 34 - Slide
huiswerk
opdracht 2, blz. 211
minipresentatie reizen in het land waar je bent geboren
informatie vragen over een plaats of bijzonderheid in je woonplaats
de Alkmaarse kaasmarkt
de grote kerk
het biermuseum
het beatles museum
enz.
Slide 35 - Slide
More lessons like this
Wat is (van) Waarde?
July 2025
-
35 slides
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2-6
Lesbrieven Nieuwe Economie
Ontwerp een T-Shirt
September 2025
-
15 slides
Beeldende vorming
Tekenen
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Buiten de Lijntjes
Op reis met Vincent van Gogh in Drenthe
March 2025
-
18 slides
Geschiedenis
Kunst
Basisschool
Groep 7,8
Van Gogh Museum
Stadswandeling (oude stad) Praag
November 2019
-
48 slides
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Op reis met Vincent van Gogh in Drenthe (geschiedenis)
February 2025
-
17 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Van Gogh Museum
Leerlingenquiz voorbereiding Praag
November 2019
-
19 slides
Culturele en kunstzinnige vorming
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
January 2022
-
19 slides
Burgerschapskunde
Basisschool
Groep 4-8
Kidsweek in de Klas
Op reis met Vincent van Gogh in Drenthe (kunstgeschiedenis)
February 2025
-
14 slides
Geschiedenis
Kunst
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Van Gogh Museum