Thema verkeer

Het verkeer
1 / 30
next
Slide 1: Slide
W.O.Lager onderwijs

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het verkeer

Slide 1 - Slide

Het verkeer

Slide 2 - Mind map

Verschillende verkeersborden
- Gevaarsborden
- Verbodsborden
- Gebodsborden
- Aanwijzingsborden
- Voorrangsborden

Slide 3 - Slide

Gevaarsbord
Het zijn verkeersborden die wijzen op een mogelijks gevaarlijke situatie.

Meestal driehoekige borden met een rode rand en zwarte prent op de achtergrond.

Slide 4 - Slide

Voorbeelden gevaarsborden

Slide 5 - Slide

Verbodsbord
Deze verkeersborden geven aan dat iets verboden is om te doen. 

Dit zijn meestal ronde borden met een rode rand.
 

Slide 6 - Slide

Voorbeelden verbodsborden

Slide 7 - Slide

Gebodsbord
Deze verkeersborden geven aan wat je verplicht moet doen.

Dit zijn meestal ronde borden met een blauwe achtergrond.
 

Slide 8 - Slide

Voorbeelden gebodsborden

Slide 9 - Slide

Aanwijzingsbord
Deze verkeersborden delen belangrijke informatie mee voor de weggebruikers.

Dit zijn meestal vierkante of rechthoekige, blauwe of witte borden.
 

Slide 10 - Slide

Voorbeelden aanwijzingsborden

Slide 11 - Slide

Voorrangsbord
Deze verkeersborden geven aan wie er voorrang heeft en wie er voorrang moet geven.

 

Slide 12 - Slide

Voorbeelden voorrangsborden

Slide 13 - Slide

Hiërarchische volgorde in het verkeer

Slide 14 - Slide

Hiërarchische volgorde in het verkeer
- bovenaan de politieagent
- een stap lager de verkeerslichten
- daaronder de verkeersborden in verband met de voorrang
- onderaan de verkeersregels.

Jullie kennen al een aantal verkeersregels.  Maar verkeersborden gaan boven de regels.  Verkeerslichten staan nog een stap hoger. En is er een bevoegd persoon, dan tellen de lichten niet meer, maar alleen maar zijn bevelen.
(Zelfs een ambulance met zwaailichten en alarmsignaal moet stoppen als een agent het bevel geeft).

Slide 15 - Slide

Bevelen van een bevoegd persoon
1 arm in de hoogte
Wanneer op een kruispunt
een agent 1 arm in de hoogte steekt,
dan moeten alle weggebruikers
stoppen. Wie zich al op het kruispunt
bevindt, moet het zo snel mogelijk
verlaten.

Slide 16 - Slide

Bevelen van een bevoegd persoon
1 of 2 armen gestrekt



Slide 17 - Slide

Bevelen van een bevoegd persoon
1 of 2 armen gestrekt

Houdt een agent een of beide armen horizontaal gestrekt, dan moeten de weggebruikers die naar zijn buik en zijn rug toe komen, stoppen. Weggebruikers die naar zijn vingertoppen of zijn zijkant toe komen, mogen verder het kruispunt op om er rechtdoor, of naar links, of naar rechts af te slaan. Een agent met twee armen horizontaal gestrekt, geeft dus net hetzelfde bevel als met een arm horizontaal gestrekt. Alvorens een agent zicht draait, zodat de vingertoppen of zijkant naar jou gericht worden, zal hij eerst zijn arm in de hoogte steken, zodat de weggebruikers het kruispunt kunnen verlaten.

Slide 18 - Slide

Prioritaire Voertuigen
Een prioritair voertuig is een voertuig
dat uitgerust is met blauwe zwaailichten
en een speciaal alarmsignaal,
zoals politie- en brandweerwagens
en de ambulances van hulpdiensten.

Zijn de blauwe zwaailichten niet aan, of branden die,
maar is er geen alarmsignaal te horen,
dan mag je gewoon verder rijden.
Maar schijnen de blauwe zwaailichten en hoor je het alarmsignaal,
dan moet je voorrang verlenen, indien nodig de rijbaan verlaten of vertragen of stoppen.

Slide 19 - Slide

Gevaarsbord
Verbodsbord
Gebodsbord
Aanwijzingsbord
Voorrangsbord

Slide 20 - Drag question

Welke van deze 4 borden is een verbodsbord?
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Wat wil dit bord
ons vertellen?
A
In deze straat mogen auto's, fietsers omverrijden.
B
In deze straat mogen geen auto's rijden, enkel fietsers.
C
In deze straat mag een auto, een fietser niet inhalen.
D
In deze straat moeten auto's de fietsers duwen met de bumper.

Slide 22 - Quiz

Plaats in de juiste volgorde
1
2
3
4
De verkeersregels
Een politieagent
Verkeerslichten
De verkeersborden

Slide 23 - Drag question

De verkeersregels gelden enkel voor automobilisten maar niet voor fietsers.
WAAR
NIET WAAR

Slide 24 - Poll

Wat moet je doen als een politieagent op een kruispunt zijn arm in de lucht steekt?
A
Als die naar jou wijst, is het aan jou om over te steken.
B
Hij kondigt aan dat hij stopt met het verkeer te regelen.
C
Alle bestuurders mogen doorrijden in de aangewezen richting
D
Iedereen moet stoppen en het kruispunt zo snel mogelijk verlaten.

Slide 25 - Quiz

Wanneer moet je voorrang verlenen aan een prioritair voertuig?
A
Altijd.
B
Nooit.
C
Als zijn zwaailichten en alarmsignaal aanstaan.
D
Als het zwaailicht aanstaat.

Slide 26 - Quiz

Als fietser hoef je geen rekening te houden met de agent als die het verkeer staat te regelen.
WAAR
NIET WAAR

Slide 27 - Poll

De verkeersborden gelden enkel voor auto's en vrachtwagens, niet voor fietsers.
WAAR
NIET WAAR

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Slide

Noteer 1 ding dat je hebt onthouden uit deze les.

Slide 30 - Open question