dementie HZW

1 / 48
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 10 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Belevingsgerichte zorg
Het is belangrijk om (zeker bij mensen met dementie) belevingsgerichte zorg te geven.
Maar wat is eigenlijk belevingsgerichte zorg?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Wie van jullie heeft er op het werk te maken met dementerende cliënten?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

wat was jouw leukste ervaring met een cliënt tijdens je werk tot nu toe?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

wat was je minst leuke ervaring met een cliënt tijdens je werk tot nu toe?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Wat is dementie?
Dementiesyndroom: informatie wordt niet goed verwerkt
50 hersenziektes
1 op de 5, meer vrouwen
Cognitieve stoornissen (stoornissen bij het verwerken van informatie) zoals:

  • Geheugenstoornissen
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
  • Apraxie:  verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie:  onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Er zijn verschillende soorten taalstoornissen. Bij een van deze stoornissen begrijpt de zorgvrager woorden niet goed, en kan hij gedachten niet goed onder woorden brengen.

Stelling: Deze taalstoornis wordt ook wel ..... genoemd.
A
Agnosie
B
Apraxie
C
Afasie

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Mevrouw de Boer heeft dementie. Zij heeft steeds meer moeite om zelfs de simpelste dingen te onthouden. Sinds enkele dagen heeft zij ook moeite met het zetten van koffie. Met haar spieren is echter niets mis. Zij kan aangeleerde handelingen niet langer goed uitvoeren.

Vraag: Hoe wordt deze stoornis in het uitvoeren van aangeleerde handelingen genoemd?
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie
D
Amusculi

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Er zijn vier fasen van dementie
welke zijn dat?
welke kenmerken horen hierbij?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Fasen van dementie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ziekteverloop 4 fasen
1. Bedreigde ik - beginnende dementie
2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
3. De verborgen ik - ernstige dementie
4. De verzonken ik - ernstige dementie

Slide 13 - Slide

1. Bedreigde ik - beginnende dementie
vergeetachtig voor omgeving nog niet altijd zichtbaar moeite met meer complexere taken, overzicht houden bijv financien, 

2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
Steeds meer geheugenproblemen, leeft meer in het verleden, 'verdwaaldgevoel', verminderde belangstelling, motoriek gaat achteruit 

3. De verborgen ik - ernstige dementie
leeft in een innerlijke belevingswereld, neemt zelf geen initiatief meer tot contact. Er is nog wel contact mogelijk, herkent mensen niet meer, tijdsbesef is weg . Volledig afhankelijk.

4. De verzonken ik - ernstige dementie
Volledige afhankelijkheid, brabbelwoorden en klanken. Emoties zijn moeilijk waarneembaar.  
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)



Ziekteverloop en symptomen
1. Bedreigde ik -beginnende dementie
Beginnend- vergeetachtig voor omgeving nog niet altijd zichtbaar 
2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
Matig- meer complexere taken, overzicht houden bijv financien, 'verdwaaldgevoel' 
3. De verborgen ik - ernstige dementie
Ernstig- orientatieproblemen, herkent
bijv mensen niet meer, tijdsbesef 
4. De verzonken ik - ernstige dementei
Taalproblemen en volledige afhankelijkheid 

Slide 14 - Slide

 Bedreigde ik = beginnende dementie
Verdwaalde ik = matig ernstige dementie
Verborgen ik = ernstige dementie (volledig afhankelijk)
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)

Zie thema 4.13 PBSD

Verloop van dementie
  • Niet pluis
  • Diagnose
  • Leven met dementie en ondersteuning
  • Leven met dementie zorg
  • Stervensfase en nazorg

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Symptomen en signalen
  • Achterdochtig zijn (vroeger niet)
  • Bedorven voedsel in koelkast
  • Niet goed meer kunnen bedienen van apparaten
  • Er onverzorgd uitzien (vroeger niet)
  • Telkens vergeten welke dag het is
  • Mensen niet herkennen
  • Telkens herhalen van dezelfde vragen of verhalen
  • Verdwalen op bekend terrein
  • Vergeten van afspraken (vroeger niet)
  • Voortdurend zoeken naar spullen (vroeger niet)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Opdracht: Hoe herken ik dementie?
  • Welke signalen herken je in het filmpje? 
  • Ga op de site van SamenDementievriendelijk.nl
  • Start de gratis training Herken Dementie! om te kijken of jij de signalen en symptomen van dementie kunt herkennen (vul hierbij je schoolmail in) . 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Specifiek gedrag
van cliënten met dementie

  • Perseveren
  • Confabuleren
  • Verzamelzucht
  • Achterdocht
  • Decorumverlies
  • Agressie
herhalen van vragen, operkingen, verhalen
het opvullen van gaten in het geheugen met (verzonnen) verhalen om de tekorten in het geheugen te verbloemen
verlies van uiterlijke waardigheid zoals waarden en normen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Gedrag en stemmingen die soms voorkomen bij zorgvragers met dementie:

  • persevereren; steeds hetzelfde vertellen, vragen
  • confabuleren;  de draad van zijn verhaal kwijtraakt zijn en dit aanvullen met verzinsels
  • verzamelzucht; spullen verzamelen om controle te houden
  • achterdocht; niet meer weten waar iets ligt en denken dat een ander het heeft weggepakt
  • decorumverlies; verlies van normen en waarden/ omgangsvormen
  • agressie; fysiek, verbaal, destructief gedrag




Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoe wordt het genoemd als iemand zich niet meer netjes gedraagt en zijn manieren verliest door dementie?
A
Manierenverlies
B
Decorumverlies
C
Waardenverlies
D
Formatieverlies

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welke hersenfunctie gaat bij dementie als eerst achteruit?
A
Het korte termijngeheugen
B
Het lange termijn geheugen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Slide 25 - Video

 alzheimer-nederland.nl
dementieinbeweging.nl en zorgvoorbeter.nl


Wat is de meest voorkomende vorm van dementie?
A
Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Lewy body dementie
D
Frontotemporale dementie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Alzheimer
Vasculaire dementie
Lewy Body
Frontotemporale dementie
komt op jongere leeftijd voor. is erfelijk
trillen, gebogen houding, stijve spieren
Langzaam denken, spreken en handelen
De meest voorkomende vorm van dementie. 

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Elke fase kent zijn eigen kenmerken en een eigen van manier benaderen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

ROT-ROB
realiteit oriëntatie benadering
 =een methode om het denkvermogen van oudere mensen te prikkelen.
realiteit oriëntatie training
=training met als doel het dementeringsproces te vertragen door verwarde personen te stimuleren en te activeren om het verloren contact met de werkelijkheid terug te vinden

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

ROT-ROB

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Vragen over video Omgaan met vergeetachtigheid 
  • De echtgenoot van Mary Ann verbetert haar een aantal keren. Wat is het effect op Mary Ann denk je?
  • Wat zou een oorzaak kunnen zijn van het gegeven dat meneer zijn echtgenote regelmatig verbetert?
  • Waarom is het beter om mee te gaan in de werkelijkheid van de zorgvrager?

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Snoezelen
Snoezelen biedt een ingang om via aangename zintuiglijke prikkels contact te maken met de belevingswereld van de zorgvrager.
 Dit heeft een positief effect op hun stemming en gedrag waardoor het bijdraagt aan kwaliteit van leven.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Onbegrepen gedrag 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Wat versta jij onder onbegrepen gedrag?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

Wat kunnen volgens jou oorzaken zijn van onbegrepen gedrag?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

https://www.free-learning.nl/modules/probleemgedrag/start.html

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

verdieping: Korsakov
https://korsakovkenniscentrum.nl/over-korsakov

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Video

This item has no instructions