Werkwoordelijk en Naamwoordelijke gezegde

Esselam-oe aleikoem 2MH,
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Zoek je (vaste) plek op.
Haal je lesmateriaal tevoorschijn.
Tas van tafel en jas in je kluis.



1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Esselam-oe aleikoem 2MH,
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Zoek je (vaste) plek op.
Haal je lesmateriaal tevoorschijn.
Tas van tafel en jas in je kluis.



Slide 1 - Slide

Recitatie 
Hadith van de week

De profeet (vzmh) zei tegen een man: ‘’Bind je kameel vast en vertrouw vervolgens op الله !’’ (Tirmidhi)

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je:

- het werkwoordelijk en het naamwoordelijk gezegde herkennen in een zin.

Slide 3 - Slide

Leesmomentje
Pak je leesboek voor je en laten we in rust lezen!

Ondertussen wordt de absentie opgenomen.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Woorden van de week
1. Aanleiding= wat tot gevolg heeft dat iets gebeurt vb. Naar aanleiding van uw brief, moet ik u het volgende vertellen.
2. Aanzienlijk= behoorlijk groot of veel vb. Ahmed heeft een aanzienlijk bedrag op zijn rekening.
3. Afgezien van= zonder te letten op, zonder mee te tellen vb. Afgezien van de inktvlekken is dit een goede brief
4. Amper= met moeite, bijna niet vb. Ik heb zo'n pijn, dat ik amper kan lopen.
5. Als het ware= je kunt het ermee vergelijken vb. Hij was als het ware de dirigent van de groep, hoewel hij officieel geen leider was.




timer
8:00

Slide 5 - Slide

Terugblik

Slide 6 - Slide

Instructie
Lees de theorie op bladzijde bladzijde 157 en 158.

Slide 7 - Slide

Lesdoel(en) 
Aan het einde van de les kun je:




Slide 8 - Slide

Instructie

Slide 9 - Slide

Instructie

Slide 10 - Slide

Zet signaalwoorden waar nodig!

Slide 11 - Slide

Instructie

Slide 12 - Slide

Instructie

Slide 13 - Slide

Instructie

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan het werk
Wat moet ik doen?
Open les 13 > blz. 156 voor je. Maak 1 t/m 19
Hoeveel tijd heb ik?
Je hebt 20 minuten om deze opdrachten af te maken.
Wat als ik klaar ben?
Controleer je werk: Heb je alles goed en netjes gedaan?
Stel jezelf de vraag: Begrijp ik alles?
Neem les 14 zelfstandig door en maak > 1 t/m 13
Wat als ik een vraag heb?
Dan steek ik mijn hand in de lucht en komt mevrouw Özkara zo snel mogelijk bij mij.
timer
35:00

Slide 17 - Slide

Terugblik op de les en het lesdoel 
Aan het einde van de les kun je:

- het werkwoordelijk en het naamwoordelijk gezegde herkennen in een zin.


Zijn er nog vragen of onduidelijkheden?

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Maken

Afsluiting & opbergen van lesmateriaal

Recitatie

Slide 19 - Slide