Eerst vragen over basisstof 3: het hart Daarna uitleg over basisstof 4: Uitscheiding Daarna uitleg over basisstof 7: Weefselvloeistof en lymfe Vervolgens vragen over deze basisstoffen Tenslotte huiswerk maken Afsluiting
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Wat we vandaag gaan doen
Eerst vragen over basisstof 3: het hart Daarna uitleg over basisstof 4: Uitscheiding Daarna uitleg over basisstof 7: Weefselvloeistof en lymfe Vervolgens vragen over deze basisstoffen Tenslotte huiswerk maken Afsluiting
Slide 1 - Slide
Kijk naar het hart. Welke harthelft is rood gekleurd?
A
linkerhelft
B
rechterhelft
Slide 2 - Quiz
De halvemaanvormige kleppen zorgen dat het bloed niet vanuit het hart terug de aders instroomt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
De wanden van het hart zijn...
A
In de linkerkamer dikker dan in de rechterkamer
B
In de rechterkamer dikker dan in de linkerkamer
C
Overal even dik
D
In de boezems dikker dan in de kamers
Slide 4 - Quiz
Lang welke bloedvaten komt bloed dat naar de nieren gaat vanuit de rechterkamer?
Slide 5 - Open question
Uit het huiswerk: opdracht 9
Uit welke delen bestaat het hart?
Bevat het bloed dat de RB binnenkomt meer of minder zuurstof dan bij de mens? Leg je antwoord uit(!)
Slide 6 - Slide
Leerdoelen
Je kent de functie van de nieren Je weet hoe afvalstoffen uit het bloed het lichaam verlaten Je kunt uitleggen welke stoffen er in weefsel en lymfevloeistof zitten Je kent de delen van het lymfestelsel
Slide 7 - Slide
Uitscheiding en Lymfe
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Opbouw nieren
Het zuiveren van bloed gebeurt in de niermerg en nierschors
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Afvoer urine
Urineleider Blaas Urinebuis
Slide 12 - Slide
Weefselvloeistof
Stoffen vanuit het bloed naar cellen door bloeddruk. Deel gaat naar lymfevat
Lymfevat heeft kleppen voor stroomrichting
Slide 13 - Slide
Lymfestelsel
Lymfevaten monden uit in borstbuis of rechterlymfestam. Deze monden weer uit in aders, richting bovenste holle ader.
Slide 14 - Slide
Lymfeknopen
Verzamelpunt lymfevaten
Slide 15 - Slide
Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader
Slide 16 - Drag question
Welke organen spelen een rol in uitscheiding?
A
Alleen nieren
B
Nieren en longen
C
Nieren en darmen
D
Nieren, darmen en longen
Slide 17 - Quiz
Welke stelling(en) is/zijn juist?
A
De nieren filteren alleen afvalstoffen uit het bloed
B
De lymfevaten filteren alleen afvalstoffen uit het bloed
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 18 - Quiz
Wat zorgt ervoor dat de weefselvloeistof uit de haarvaten komt?
A
De lymfekleppen
B
Bloeddruk
C
De cellen
D
Temperatuurverschil
Slide 19 - Quiz
Een zuurstofdeeltje bevindt zich in een haarvat. In welke delen komt het zuurstofdeeltje achtereenvolgens terecht?
1
2
3
4
5
Ader onder het sleutelbeen
Borstbuis
Bovenste holle ader
Lymfevat
Vocht tussen de cellen
Slide 20 - Drag question
Welk van de volgende onderdelen zit niet in lymfe?
A
Witte bloedcellen
B
Rode bloedcellen
C
Zuurstof
D
Koolstofdioxide
Slide 21 - Quiz
Welke richting stroomt de lymfe?
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Beide
Slide 22 - Quiz
Zelfstandig werken
Voor volgende keer: BS4: 1t/m3 + 5t/m10
Bij vragen kom ik langs
Klaar? Begin dan aan: BS7: 1t/m3 + 5
timer
5:00
Slide 23 - Slide
Leerdoelen
Je kent de functie van de nieren
Je weet hoe afvalstoffen uit het bloed het lichaam verlaten
Je kunt uitleggen welke stoffen er in weefsel en lymfevloeistof zitten