H 4. 3 Reactievergelijkingen kloppend maken

NaSk 2 Scheikunde 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

NaSk 2 Scheikunde 

Slide 1 - Slide

Vragen over 4.2 ?

Slide 2 - Open question

Het element H staat voor
A
helium
B
waterstof
C
zuurstof
D
water

Slide 3 - Quiz

Wat is het element voor zuurstof?

Slide 4 - Open question

Wat is het element voor ijzer?

Slide 5 - Open question

Atomen zijn opgebouwd uit moleculen
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Een molecuul is een element
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat is het element voor zilver?
A
Al
B
Ag
C
S
D
Z

Slide 8 - Quiz

Wat is het element van zwavel?

Slide 9 - Open question

4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
4.3.1 Je kunt het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking beschrijven.
4.3.2 Je kunt de molecuulformule en naam van enkele veelvoorkomende stoffen noteren.
4.3.3 Je kunt reactievergelijkingen kloppend maken.

Slide 11 - Slide

Kijk deze video voor uitleg over hoe je reactievergelijkingen kloppend maakt. 


Speel de video versneld af als het te traag gaat. 

Slide 12 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken
Stap 1: Stel het reactieschema op
Stap 2: Vervang de stofnamen door de formules van de stoffen
Stap 3: Maak de reactievergelijking kloppend door de getallen voor de stoffen te veranderen
Stap 4: Controleer of de reactievergelijking klopt


Slide 13 - Slide

Water ---> Zuurstof + Waterstof
Bij een chemische reactie gaat geen atoom verloren. 
Voor en na de reactie is 
het aantal atomen gelijk.

Slide 14 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken
Voorbeeldvraag: 
Bij de verbranding van methaan met zuurstof komen koolstofdioxide en water vrij. 
Stel de reactievergelijking op. 

Oplossing: 
Reactievergelijking opstellen in 4 stappen

Slide 15 - Slide

Een coëfficiënt geeft het aantal moleculen aan.

Slide 16 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken

Slide 17 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken

Slide 18 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken

Slide 19 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken

Slide 20 - Slide

1

Slide 21 - Video

Leerdoelen
4.3.1 Je kunt het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking beschrijven.
4.3.2 Je kunt de molecuulformule en naam van enkele veelvoorkomende stoffen noteren.
4.3.3 Je kunt reactievergelijkingen kloppend maken.

Slide 22 - Slide

Vragen ???

Slide 23 - Slide

Welk cijfer moet er op de plek van [a] en [b] staan?
A
a = 6 + b = 12
B
a = 3 en b = 9
C
a = 4 en b = 2
D
a = 6 en b = 6

Slide 24 - Quiz

Welk cijfer moet er op de plek van [a] en [b] staan?
A
a = 2 + b = 10
B
a = 3 en b = 5
C
a = 4 en b = 7
D
a = 2 en b = 8

Slide 25 - Quiz

Los deze reactievergelijking zelf op: 




Antwoord

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat ga je doen !!
  • Je leest eerst de theorie nog een keer door van deze paragraaf.
  • Ben je aan het eind van de les nog niet klaar dan is dit het huiswerk voor de volgende keer 1 t/m 16

Slide 28 - Slide