Workshop SLBB

Dit is Jos, hij heeft (S)TOS
1 / 32
next
Slide 1: Slide
SLBBHBOStudiejaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Dit is Jos, hij heeft (S)TOS

Slide 1 - Slide

Wat hebben jullie aan het eind van deze presentatie geleerd?
Wat is (S)TOS
Hoe kun je TOS herkennen bij een leerling in je klas
Hoe kun je de woordenschat bij leerlingen beïnvloeden met MWIDW.
Hoe praten leerlingen met TOS?
LLL: leuke, leerzame literatuur

Slide 2 - Slide

Wat, denk jij,
is een (specifieke)
taalontwikkelings
-stoornis?

Slide 3 - Mind map

Wat, denk jij,
is een (specifieke)
taalontwikkelings
-stoornis?

Slide 4 - Mind map

Hoe vaak komt volgens jou een (specifieke) taalontwikkelingsstoornis voor bij alle kinderen?
A
10%
B
7%
C
5%
D
1%

Slide 5 - Quiz

Hoe vaak komt ADHD voor bij alle kinderen, denk jij?
A
10%
B
7%
C
5%
D
1%

Slide 6 - Quiz

En (klassiek) autisme dan? Hoe vaak komt dat voor bij alle kinderen?
Tekst
A
10%
B
7%
C
5%
D
1%

Slide 7 - Quiz

Specifieke taalontwikkelingsstoornis

'Een (S)TOS is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis van genetische oorsprong die gekenmerkt wordt door een taalontwikkeling die beduidend achter blijft bij die van leeftijdsgenoten (...). 
TOS kan voorkomen in taalbegrip en -productie en in alle aspecten en modaliteiten van taal
Een (S)Tos staat op zichtzelf, er is geen verklaring voor.

Slide 8 - Slide

Taalbegrip

Luisteren

Lezen

Gebaren 
interpreteren
 
Taalproductie

Spreken

Schrijven

Gebaren 
maken

Slide 9 - Slide

Modaliteiten van taal
Gesproken taal
Geschreven taal

Slide 10 - Slide

Modaliteit

Gebarentaal is óók een taalmodaliteit waar kinderen met TOS moeite mee kunnen hebben.

Slide 11 - Slide

Taalaspecten naar vorm
Fonologie = vorm: klanken en volgorde van klanken in woorden; verschil tussen klanken horen/onderscheiden & verschillende klanken kunnen vormen, ook in de woorden.

(Morfo)syntaxis = vorm: hoe woorden grammaticaal juist samengevoegd worden tot correcte zinnen 

Slide 12 - Slide

Taalaspecten naar inhoud
Semantiek = inhoud: betekenisverwerving van woorden, ook binnen een grotere woordgroep. Woorden begrijpen en interpreteren, woorden vinden, benoemen en relaties leggen.

Slide 13 - Slide

Wat is (S)TOS NIET
Taaldeprivatie: het kind krijgt geen, zeer weinig of verarmde taal aangeboden. Hiervan is sprake bij verwaarlozing, of bij ouders met stoornissen.
NT2-problematiek: Slechte beheersing van het Nederlands omdat Nederlands niet de moedertaal is.
  • Simultaan meertalig: zowel de moedertaal als Nederlands aangeboden krijgen vanaf de geboorte (Fries & Nederlands)
  • Sequentieel meertalig: pas op school in aanraking komen met het Nederlands (nieuwkomers & Nederlands)


Slide 14 - Slide

Taalaspecten naar gebruik
Pragmatiek = gebruik: manier waarop de taal gebruikt wordt op een gepaste manier, zoals verband tussen non-verbale en verbale informatie, figuurlijke en abstracte taal, gebruik in sociale en situationele context, gesprekken voeren en vertellen, goede afstemming in de communicatie.

Slide 15 - Slide

Risicofactoren
  • 4+ jaar
  • Jongetje
  • TOS/dyslexie in de familie
  • Zowel taalbegrip als taalproductie is zwak
  • Achterstand in meerdere taalaspecten
  • Ernst van de achterstand

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Gevolgen van TOS

  • Negatief voor de gehele ontwikkeling van het kind
  • Leidt tot lees- en leerproblemen = verminderd schoolsucces
  • Leidt tot stoornissen in gedrag sociaal-emotioneel functioneren 
  • Eenzaamheid!

Slide 18 - Slide

Tot nu toe vind ik de workshop...
0100

Slide 19 - Poll

Taalontwikkeling in jouw klas in de onderbouw
Leerlingen van 4-8 jaar met een gemiddelde taalontwikkeling 
  • hebben hun fonologische ontwikkeling afgerond
  • maken complexere zinnen 
  • breiden hun woordenschat(relaties) enorm uit
  • voeren gesprekken en vertellen verhalen 
  • leren met groot enthousiasme de schoolse (taal)vaardigheden; lezen en schrijven.

Slide 20 - Slide

TOS in jouw onderbouw-klas
Leerlingen van 4-8 jaar met TOS
  • hebben nog steeds veel moeite met het horen en zeggen van klanken in woorden
  • maken korte zinnen, waarbij ze moeite hebben met grammaticale structuren zoals vervoegen en verbuigen
  • begrijpen veel woorden nog niet en kunnen ze dus zeker niet gebruiken
  • zijn luidruchtig of juist heel stil in de groep en het kringgesprek
  • vinden lezen en schrijven héél erg moeilijk om te leren

Slide 21 - Slide

TOS in jouw bovenbouw-klas
Leerlingen van 9-12 jaar  met TOS
  • hebben problemen op alle taalgebieden; woordenschat, woordvinding, begrijpen complexe zinstructuren niet, lezen & schrijven slecht 
  • lijken ook heel slecht te luisteren  
  • hebben hopelijk al een 'diagnose' waardoor begeleiding thuis of op school wordt geregeld
  • zijn ongelukkig in de klas, als er weinig tijd en ruimte is die zij nodig hebben om te tonen waar ze wèl goed in zijn, sport, kunst, rekenen, enz.

Slide 22 - Slide

Hoeveel woorden hoort een kind met & zonder TOS per week?
A
1000-5000
B
15000-25000
C
5000-15000
D
25000+

Slide 23 - Quiz

'Met woorden in de weer'
Taalaspect
= inhoud 
= semantiek , dus BETEKENIS
= woordenschat

Wel enthousiast, 
maar geen aandeelhouder  :-)!

Slide 24 - Slide

MWIDW, omdat...
  1. woordenschatonderwijs intensiveren en systematisch aanpakken; alle leerlingen kunnen de les volgen
  2. leerlingen kunnen leerstof, verpakt in woorden, veel beter opnemen
  3. met meer woorden tot hun beschikking kunnen leerlingen hun ideeën & denkprocessen beter verwoorden
  4. goede woordkennis is noodzakelijk voor lezen & tekstbegrip

Slide 25 - Slide

Comenius (1592-1670)
Onderstaand citaat komt een beetje uit het boek MWIDW

'Kom kind, leer wijs te zijn.'
'Wat is dat, wijs zijn?'
'Alles wat nodig is: goed begrijpen, goed doen en goed uitdrukken.'
'Hoe?'
'Ik leid je overal heen, ik laat je alles zien, ik benoem alles voor je.'

Slide 26 - Slide

Stop de 'wie weet wat' routine
Wie weet wat dit is...?
  • Leerlingen die het weten nemen direct het woord
  • Leerlingen met TOS houden per definitie hun mond
  • Als leerkracht heb je met deze vraag nog steeds geen idee wat welke leerling weet (of leert).

Slide 27 - Slide

De waarde van woorden
  • 'Labelen':  dit woord hoort bij dit voorwerp; het betreft eenheid van taal, inclusief klankvormen

  • 'Concept':  dit woord is de start of onderdeel van heel veel andere woorden, het betreft een eenheid van denken, een pakketje kennis & betekenis.

Slide 28 - Slide

Aan de slag met de woordenschat
  • Voorbewerken: waar gaan we het over hebben?
  • Semantiseren: wat betekent het woord, waar gaat het eigenlijk over?
  • Consolideren: en nu gaan we alle geleerde woorden ook begrijpen en gebruiken!
  •  Controleren: oh, je begrijpt het! Oké, je gebruikt het woord ook!

Slide 29 - Slide

Aan de slag met woordenschat 
  • Welke woorden (in jullie methode) zijn volgens jou belangrijk?
  • Hoe ga je ze uitbeelden, uitleggen en uitbreiden?
  • Hoe kunnen de leerlingen hun taal met de woorden uitproberen?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Is er bij Fries sprake van NT2?
  • Zeker niet, omdat de meeste Friestaligen zowel Fries als Nederlands spreken hebben zij qua talige ontwikkeling een voorsprong. 
  • Friestalige leerkrachten hebben meer gevoel bij, en begrip voor anderstalige leerlingen.

Slide 32 - Slide