Proefwerkvoorbereiding hoofdstuk 10

Hoofdstuk 10: Underground
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 10: Underground

Slide 1 - Slide

Wat betekent crescendo?
A
steeds harder worden
B
steeds zachter worden

Slide 2 - Quiz

Hoe heet dit instrument?
A
Een banjo
B
Een elektrische gitaar
C
Een basgitaar
D
Een akoestische gitaar

Slide 3 - Quiz

Met welke toetsen speel je onderstaand akkoord?

Slide 4 - Drag question

Met welke toetsen speel je onderstaand akkoord?

Slide 5 - Drag question

Deze noot duurt in een 4/4 maat..
A
Twee tellen
B
Een tel
C
Een halve tel
D
Een kwart tel

Slide 6 - Quiz

Welke beweringen zijn waar?
A
Een majeur akkoord bestaat uit 1-3-5
B
Een mineur akkoord bestaat uit 1-3-5
C
Een mineur akkoord bestaat uit 1-k3-5
D
Een majeur akkoord bestaat uit 1-k3-5

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Is dit een majeur of mineur akkoord?
A
Majeur
B
Mineur

Slide 10 - Quiz

Is dit een majeur of mineur akkoord?
A
Majeur
B
Mineur

Slide 11 - Quiz

Met welke toetsen speel je onderstaand akkoord?

Slide 12 - Drag question

Hoe heet dit instrument?
A
Een banjo
B
Een elektrische gitaar
C
Een basgitaar
D
Een akoestische gitaar

Slide 13 - Quiz

Deze noot duurt in een 6/8 maat..
A
Een tel
B
Twee tellen
C
Drie tellen
D
Vier tellen

Slide 14 - Quiz

Bending op een gitaar
A
De gitarist duwt de snaar omhoog, waardoor de toon hoger wordt
B
De gitaar klinkt rauw
C
De gitaar klinkt vals

Slide 15 - Quiz

Zet de omschrijving bij het goede begrip.

Afterbeat
Break
Fade-out
Opmaat
Het volume vermindert

Een opmaat is de eerste maat van een muziekstuk met minder tellen.
Accent op de tweede en vierde tel van de maat.Of een accent na elke tel van de maat.
De band valt stil.

Slide 16 - Drag question

Het akkoordenschema van het intro en het couplet bestaat uit
Blinding Lights
Het Is Al Laat Toch
A
2 verschillende akkoorden
B
3 verschillende akkoorden
C
4 verschillende akkoorden
D
5 verschillende akkoorden

Slide 17 - Quiz

De gitaren die je hoort spelen
A
Clean
B
Met distortion

Slide 18 - Quiz

Als je dit voor aan de balk ziet staan, waar moet je dan rekening mee houden?
A
Alle B's en E's moeten een hele toon hoger klinken
B
Alle B's en E's moeten een hele toon lager gespeeld
C
Alle B's worden Bes en alle E's worden Es

Slide 19 - Quiz

In de intro klinkt steeds hetzelfde motief. Welke instrument speelt dit motief?
I Wish
A
Gitaar
B
Basgitaar
C
Elektrische piano
D
Drumstel

Slide 20 - Quiz

Welk begrip is van toepassing op de baspartij?
I Wish
A
Walking bass
B
Blue notes

Slide 21 - Quiz

Met welke toetsen speel je onderstaand akkoord?

Slide 22 - Drag question

Welke noot duurt in een 6/8 maatsoort twee tellen?
A
Achtste noot
B
Kwart noot
C
Halve noot
D
Hele noot

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide