5V literatuur formatieve toets h7

Formatieve toets literatuurgeschiedenis 5V
Hoofdstuk 7: 1800-1900
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Formatieve toets literatuurgeschiedenis 5V
Hoofdstuk 7: 1800-1900

Slide 1 - Slide

Wat betekent de naam Multatuli?
A
Ik ga graag op reis
B
Ik heb veel gedragen
C
Ik ben schrijver
D
Ik heb veel gedaan

Slide 2 - Quiz

Van welke naam is Multatuli een pseudoniem?
A
Eduard Douwes Dekker
B
Louis Couperus
C
Batavus Droogstoppel
D
Max Havelaar

Slide 3 - Quiz

In 1830 wordt in Nederlands-Indië een nieuw
systeem ingevoerd. Met dit systeem worden
boeren gedwongen hun grond beschikbaar
te stellen voor het verbouwen van producten
voor de Nederlandse handel.
Hoe heet dit stelsel?
A
Poldermodel
B
Kavelstelsel
C
Leenstelsel
D
Cultuurstelsel

Slide 4 - Quiz

Wat is een raamvertelling?

Slide 5 - Open question

Verhaal 1
Verhaal 2
Hart van het boek
Max Havelaar in Nederlands Indië
Saidjah en Adinda
Droogstoppel krijgt "pak van Sjaalman" en hij geeft het aan Stern

Slide 6 - Drag question

Romantiek
Realisme
Naturalisme
Exotisch oord
Verzonnen personen
Vluchten in de historische werkelijkheid
Echt bestaande personen
Beschrijving sociale omstandigheden
Gevoelens
Grootse idealen
originaliteit
Verheven boven gewone mensen
wetenschap
 erfelijkheid, milieu, tijd
objectief

Slide 7 - Drag question

Noem twee kenmerken die het boek 'Max Havelaar' een romantisch boek maken.

Slide 8 - Open question

Noem twee kenmerken die het boek 'Max Havelaar' een realistisch boek maken.

Slide 9 - Open question

Noem twee redenen waarom Eduard Douwes Dekker Max Havelaar heeft geschreven?

Slide 10 - Open question

Noem 4 zaken waar Multatuli zich tegen verzet.

Slide 11 - Open question

Realisten willen de werkelijkheid weergeven zoals hij is.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Naturalisten lijden aan Weltschmerz.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Romantici keren zich van de wereld af.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat hoort er niet bij? In het fin de siècle voelt de kunstenaar zich
A
verveeld (ennui)
B
angstig over de nieuwe eeuw die komen gaat
C
decadent
D
een boodschapper van normen en waarden

Slide 15 - Quiz

timer
3:00
Wat was er ook alweer
kenmerkend voor het werk van Piet Paaltjens?
Probeer minimaal
drie kenmerken te noemen.

Slide 16 - Mind map

Waarom zou hij zijn bundel de titel 'Snikken en Grimlachjes' (1867) hebben meegegeven?
timer
2:00

Slide 17 - Open question

Bij welke stroming kun je "Snikken en Grimlachjes" van Piet Paaltjens indelen?
A
Realisme
B
Romantiek
C
Symbolisme
D
Naturalisme

Slide 18 - Quiz

De boeken van Louis Couperus spelen zich vaak af in
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Haarlem
D
Leiden

Slide 19 - Quiz

Het debuut van Luis Couperus heet
A
Van oude menschen en de dingen die voorbijgaan
B
De stille kracht
C
Eline Vere
D
Noodlot

Slide 20 - Quiz

Het naturalisme denkt dat de mens een product is van....

Slide 21 - Open question

Bij de Beweging van tachtig gaat het om
A
de schoonheid van de kunst
B
de boodschap van de kunst

Slide 22 - Quiz

Wat is woordkunst? Noem drie voorbeelden

Slide 23 - Open question

Wat hoort niet bij de Tachtigers?
A
vorm en inhoud moeten één zijn
B
kunst is individueel
C
kunst moet mensen dingen leren en een boodscap overbrengen
D
Tijdschrift De Nieuwe Gids

Slide 24 - Quiz

romantiek
naturalisme
(donker)grijs: tweedeling goed / slecht valt weg
zwart-wit: goed beloond / slecht bestraft
fantastische
bovennatuurlijke 
alledaagse

Slide 25 - Drag question

romantiek
naturalisme
realisme
ook prostituee of zieke kan centraal staan
de gewone man staat centraal (arbeider)
held en kunstenaar staan centraal

Slide 26 - Drag question