Vragen over tekstbegrip van Aeneis van Vergilius

Vragen over tekstbegrip van Aeneis van Vergilius
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vragen over tekstbegrip van Aeneis van Vergilius

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je drie vragen bedenken over de tekst van boek 4, regel 1 t/m 20 van de Aeneis van Vergilius.

Slide 2 - Slide

Dit is een overzicht van het doel van de les.
Wat weet je al over de Aeneis van Vergilius?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Introductie
We gaan vandaag aan de slag met het bedenken van vragen over de Aeneis van Vergilius. We focussen op boek 4, regel 1 t/m 20.

Slide 4 - Slide

Leid de les in door dit te vertellen aan de leerlingen.
Tekstbegrip
Wat betekent tekstbegrip eigenlijk? Het gaat erom dat je begrijpt wat er staat in de tekst en dat je daar vragen over kunt stellen.

Slide 5 - Slide

Leg kort uit wat tekstbegrip is.
Boek 4, regel 1 t/m 20
We richten ons op deze specifieke passage van de Aeneis van Vergilius. Lees deze passage eerst goed door, voordat je aan de slag gaat met het bedenken van vragen.

Slide 6 - Slide

Zorg dat de leerlingen de passage hebben gelezen voordat ze verdergaan.
Vraag 1
Bedenk een vraag over de betekenis van een woord in deze passage van de Aeneis van Vergilius.

Slide 7 - Slide

Laat de leerlingen individueel een vraag bedenken en bespreek de vragen daarna klassikaal.
Vraag 2
Bedenk een vraag over het personage Aeneas in deze passage van de Aeneis van Vergilius.

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen individueel een vraag bedenken en bespreek de vragen daarna klassikaal.
Vraag 3
Bedenk een vraag over de setting van deze passage in de Aeneis van Vergilius.

Slide 9 - Slide

Laat de leerlingen individueel een vraag bedenken en bespreek de vragen daarna klassikaal.
Afsluiting
Goed gedaan! Je hebt drie vragen bedacht over de tekst van boek 4, regel 1 t/m 20 van de Aeneis van Vergilius.

Slide 10 - Slide

Rond de les af door de leerlingen te complimenteren en te benadrukken dat ze nu beter in staat zijn om teksten te begrijpen en er vragen over te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.