Les 3: luistervaardigheid 2F en 3F

Luistervaardigheid 
Je krijgt binnenkort een luister-
wexamen.
Dus...
hoe pak je dat aan?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Luistervaardigheid 
Je krijgt binnenkort een luister-
wexamen.
Dus...
hoe pak je dat aan?

Slide 1 - Slide

DEZE LES GAAT OVER:

   1) WAT JE VOORAF MOET WETEN
    2) HOE MAAK JE EEN LUISTERTOETS?

Slide 2 - Slide

Tekstdoelen
Tekstdoelen ... Ken je ze nog?
Hier volgen een paar spelletjes om daar achter te komen.

Slide 3 - Slide

Krantenartikel
Voetbal-
wedstrijd op tv
Betoog van Rutten
Amuseren
Overtuigen
Informeren

Slide 4 - Drag question

Hoofdtekstdoel/hoofdgedachte
Een tekst heeft vaak meerdere doelen,

maar er is maar één hoofdtekstdoel/hoofdgedachte.
Het hoofdtekstdoel is het belangrijkste doel van een tekst of luisterfragment.



Slide 5 - Slide

Spelletje...
... maak de memory door het juiste tekstdoel bij de juiste tekstsoort te zoeken.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Slide

Wat is ook alweer de kernzin van een tekst?

Slide 9 - Open question

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden 'want' en 'omdat'
A
Vergelijking
B
Voorwaarde
C
Oorzaak-gevolg
D
Reden/verklaring

Slide 10 - Quiz

'Doordat de schoolvakantie in het zuiden anders valt, heb ik nu geen vakantie'. Dit hoort bij het volgende tekstverband:
A
Voorbeeld/toelichting
B
Tegenstelling
C
Oorzaak-gevolg
D
Tijd

Slide 11 - Quiz

Goed kunnen horen en juiste verwachting
Daar begint het natuurlijk mee!
Dus gebruik een koptelefoon/oortjes en kies een rustige omgeving.

Je kunt beter luisteren als je verwacht wat je gaat horen


Slide 12 - Slide

Juiste verwachting door oriënteren
Vooraf denk je na over het onderwerp.
Je bedenkt alvast wat jij verwacht dat er verteld gaat worden.
= strategie voorkennis activeren
= strategie voorspellen

Slide 13 - Slide

oriënteren
verstaanbaarheid
"Wat zegtie nou?"




Maak je geen zorgen: alle teksten zijn duidelijk te verstaan.
   

Maar wees er wel op voorbereid dat de tongval verschilt.

Dus een "zachte g"
en "een tikkeltje bekakt" komen wel voor.

Slide 14 - Slide

Oriënteren tijd
Door je muisaanwijzer op het fragment te houden, zie je hoe veel minuten het duurt.

De tijd ligt meestal tussen twee en tien minuten.

Slide 15 - Slide

En dan focus...
Intensief luisteren
Interpreteren voorkomen! Dus wat wordt er letterlijk gezegd en gevraagd

Slide 16 - Slide

Stappen meerkeuzevragen
1) Lees de vraag
2) Bedenk voor jezelf alvast het antwoord (let op, niet interpreteren)
3) Kijk of jouw antwoord erbij staat of een antwoord
dat er het meest op lijkt
4) Luister het fragment intensief om te checken
5) Vink dan het juiste antwoord aan

Slide 17 - Slide

Lees de tekst

Slide 18 - Slide

Waar denk je dat het fragment over gaat? Beschrijf in 15-20 woorden.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

Wat valt je op? Benoem de tekstsoort, het onderwerp, wie er spreekt en wat de rol is van de spreker of sprekers

Slide 21 - Open question

Nieuw fragment
Luister goed
Maak aantekeningen
Standpunten en argumenten
onderwerp/hoofdgedachte

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat is het onderwerp?

Slide 24 - Open question

Wat is de tekstsoort?

Slide 25 - Open question

Wat is het standpunt van de spreker? En waar hoor je dat aan?

Slide 26 - Open question

Aan de slag
Studiereader compact 
Opbouwopdrachten: de 2 eindopdrachten luisteren 

Verder met opdrachten van vorige week

Slide 27 - Slide